FARMACOTHERAPIE

Nusinersen (Spinraza): behandeling voor spinale spieratrofie (SMA)

TNN - jaargang 121, nummer 4, augustus 2020

dr. R.I. Wadman , dr. I. Cuppen , F. Asselman BSc, drs. B. Bartels , drs. E.S. Veldhoen , drs. I.L.B. Oude Lansink , A.A. Verhoef MSc, dr. E.J.N. Groen , prof. dr. W.L. van der Pol

SAMENVATTING

Spinale spieratrofie (SMA) is een zeldzame, ernstige, autosomaal recessief overervende aandoening. De eerste symptomen openbaren zich op de baby-, kinder- of volwassen leeftijd. SMA kenmerkt zich door progressieve spierzwakte van proximale armen beenspieren en axiale spieren, waarbij bij de meerderheid van de patiënten respiratoire insufficiëntie ontstaat. In december 2016 werd nusinersen (Spinraza®), een specifiek voor SMA ontwikkeld antisense oligonucleotide, toegelaten op de markt ter behandeling van SMA. De behandeling met nusinersen is intensief, invasief en kostbaar, maar is bewezen effectief om het motorisch functioneren en de overleving bij kinderen met SMA type 1 en 2 te verbeteren. De effecten van nusinersen bij zowel oudere patiënten als patiënten met SMA type 3 en 4 zijn (nog) onbekend. In dit artikel worden 2 patiënten met SMA type 1 beschreven die wel en niet werden behandeld met nusinersen. Tevens wordt een overzicht gegeven van de eerste resultaten van de behandeling met nusinersen bij Nederlandse patiënten.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(4):163-70)

Lees verder

Nusinersen (Spinraza), het eerste medicijn voor de behandeling van spinale spieratrofie (SMA)

TNN - jaargang 121, nummer 4, augustus 2020

drs. B. Jaeger

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(4):161-2)

Lees verder

Het afbouwen van anti-epileptica: enkele praktische overwegingen

TNN - jaargang 121, nummer 3, juni 2020

dr. H.J. Lamberink , R. van Griethuysen-van Regteren , prof. dr. K.P.J. Braun

SAMENVATTING

Dit artikel bespreekt verschillende aspecten die van belang zijn bij de overweging om na het bereiken van aanvalsvrijheid over te gaan tot het afbouwen van anti-epileptica. De kans op een aanvalsrecidief en de risicofactoren hiervan worden besproken, evenals de mogelijke voordelen van het staken van medicatie. Dit artikel bespreekt de timing en snelheid van afbouwen van anti-epileptica, en de huidige Nederlandse wet- en regelgeving omtrent een tijdelijk verlies van rijbevoegdheid. Het recent ontwikkelde – en online te gebruiken – predictiemodel om een individuele risico-inschatting te maken wordt besproken en de huidige richtlijn Epilepsie wordt aangehaald. Tot slot biedt dit artikel handvatten om het gesprek met de patiënt aan te kunnen gaan.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(3):111–5)

Lees verder

Farmacologische behandeling van de ziekte van Parkinson: op zoek naar de balans

TNN - jaargang 121, nummer 2, april 2020

drs. T.H. van Prooije , drs. V.J. Geraedts , prof. dr. R.M.A. de Bie , prof. dr. J.J. van Hilten , dr. B. Post

SAMENVATTING

In dit overzichtsartikel worden de farmacologische behandelopties voor zowel de motorische als non-motorische symptomen van de ziekte van Parkinson besproken. Aan bod komen het werkingsmechanisme, de effecten, de bijwerkingen en de interacties van de verschillende middelen. Inzicht in deze principes is cruciaal om tijdens de verschillende ziektestadia de juiste behandelkeuzes te kunnen adviseren en te kunnen anticiperen op de mogelijke gevolgen van de behandeling. Onderscheid wordt gemaakt tussen de behandeling van motorische symptomen, voornamelijk via verschillende aangrijpingspunten binnen het dopaminesysteem, en de non-motorische symptomen, die niet te behandelen zijn met dopaminerge therapie.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(2):66–73)

Lees verder

Ziektemodificerende medicijnen bij de ziekte van Alzheimer

TNN - jaargang 121, nummer 1, februari 2020

dr. E.G.B. Vijverberg , dr. N.D. Prins

SAMENVATTING

De ziekte van Alzheimer is een complexe neurodegeneratieve aandoening met verschillende mogelijke aangrijpingspunten voor ziektemodificerende medicijnen. De meeste fase III-onderzoeken met dergelijke medicijnen waren tot nu toe negatief. Aducanumab lijkt echter een positief effect te hebben. Mogelijke aangrijpingspunten zijn remming van de productie of opruiming van amyloïd-bèta, remming van de productie, stabilisatie of opruiming van tau-eiwit, modificatie van genetische risicofactoren, of therapieën gericht op neuroprotectie. Nieuwe ontwikkelingen, zoals aanpassingen in de diagnostische criteria voor de ziekte van Alzheimer, verbetering van biomarkers en de mogelijkheid van combinatietherapieën, bieden kansen voor interventies. De komende jaren zullen gepersonaliseerde, biomarkergerichte, multitherapeutische klinisch trials starten die hopelijk zullen leiden tot het beschikbaar komen van ziektemodificerende medicijnen voor de ziekte van Alzheimer.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(1):11–7)

Lees verder

Nieuwe anti-epileptica

TNN - jaargang 120, nummer 6, december 2019

Dr. C.L.P. Deckers

SAMENVATTING

Het aantal beschikbare anti-epileptica is in de afgelopen 25 jaar meer dan verdubbeld. Dit artikel biedt een overzicht van beschikbare data ten aanzien van de werkzaamheid, bijwerkingen en farmacokinetiek van de nieuwe anti-epileptica. Aan de hand hiervan wordt de positie van de verschillende nieuwe anti-epileptica binnen de huidige behandeling van epilepsie besproken.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2019;120(6):218–25)

Lees verder

Ingezonden brief

TNN - jaargang 120, nummer 5, oktober 2019

drs. T. Balvers , drs. J.A. Pijpers , dr. R. Fronczek , dr. G.M. Terwindt , prof. dr. M.D. Ferrari

Lees verder