NEUROLOGISCHE OBSERVATIE

Neuroborreliose en intrathecale B-celproliferatie

TNN - jaargang 119, nummer 4, augustus 2018

L.W. Rümke , dr. S.F.T. Thijsen , dr. N. Thielen , H.J. van de Kamp , dr. J.J. Oudejans , C.M. Pleizier

SAMENVATTING

Neuroborreliose kan een antigeengedreven monoklonale B-celproliferatie in de liquor veroorzaken, die kan duiden op een centraalzenuwstelsellymfoom. Bij eerder beschreven patiënten met neuroborreliose verdween dit klonale celbeeld na antibiotische behandeling. In dit artikel wordt een 89-jarige vrouw beschreven met een polyradiculitis op basis van neuroborreliose en een verdenking op een intrathecaal B-cellymfoom. PCR op Borrelia-species in de liquor was positief. De monoklonale B-celproliferatie werd vastgesteld met klonaliteitsanalyse middels DNA-onderzoek. Hoewel follow-up van liquordiagnostiek in deze casus niet beschikbaar is, is het mogelijk dat er bij deze patiënte sprake was van een door Borrelia burgdorferi geïnduceerde intrathecale monoklonale B-celexpansie die verdwijnt na antibiotische behandeling. Bij patiënten met zowel neuroborreliose als een monoklonale B-celproliferatie in de liquor wordt aangeraden om na antibiotische behandeling liquordiagnostiek te herhalen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(4):133–8)

Lees verder

Het ‘mal de debarquement’-syndroom

TNN - jaargang 119, nummer 4, augustus 2018

dr. R.B. van Leeuwen , dr. T.D. Bruintjes

SAMENVATTING

In dit artikel wordt een patiënte beschreven met het ‘mal de debarquement’-syndroom. Kenmerkende klachten zijn een deinend en schommelend gevoel in aansluiting na (meestal) een bootreis. De klachten kunnen vanzelf over gaan, maar ook persisteren. De pathofysiologie, het klinisch syndroom, een voorstel voor diagnostische criteria, de behandelopties en behandelopties die verder onderzocht moeten worden komen aan bod.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(4):139–41)

Lees verder

Miller Fishersyndroom: een spectrum van klinische presentaties

TNN - jaargang 119, nummer 3, juni 2018

R.S. van der Giessen , C. Verboon , prof. dr. B.C. Jacobs

SAMENVATTING

Het Miller Fisher-syndroom (MFS) wordt gedefinieerd door de klassieke trias van acute oftalmoplegie, ataxie en verminderde of afwezige spierpeesreflexen. In de klinische praktijk kan het echter lastig zijn om de diagnose te stellen, omdat niet altijd alle componenten uit deze trias aanwezig zijn. Bovendien ontwikkelen sommige patiënten bij presentatie of tijdens het beloop uitval van andere hersenzenuwen of parese van de ledematen. Mogelijk is het beter om van een MFS-spectrum te spreken. In dit artikel worden 3 patiënten beschreven met diverse klinische presentaties die allemaal onderdeel zijn van dit MFS-spectrum en bij wie de diagnose werd bevestigd door het aantonen van antistoffen tegen het ganglioside GQ1b in het bloed. Er wordt een overzicht gegeven over de laatste inzichten over het belang van deze antistoffen in de pathogenese en diagnostiek van MFS en aanverwante aandoeningen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(3):103–9)

Lees verder

Milde encefalitis/encefalopathie met een reversibele spleniumlaesie (MERS)

TNN - jaargang 119, nummer 2, april 2018

L.C. van Rooij , dr. I.R. van den Wijngaard

SAMENVATTING

Een 29-jarige man werd op de afdeling Spoedeisende Hulp van het Haaglanden Medisch Centrum beoordeeld vanwege klachten van hoofdpijn en veranderd gedrag. Liquordiagnostiek toonde een mononucleaire pleiocytose en een sterk verhoogde eiwitconcentratie, suggestief voor een virale encefalitis. MRI in de acute fase toonde een opvallende spleniale laesie met diffusierestrictie. Volledig klinisch herstel trad op in enkele dagen, en bij follow-up bleek de spleniale laesie volledig verdwenen. In de literatuur is dit klinisch beeld beschreven als MERS (‘mild encephalitis/encephalopathy and a reversible splenial lesion’). MERS is het meest beschreven bij Aziatische kinderen. Ondanks het meestal gunstige beloop is bewustwording van potentieel ernstige onderliggende oorzaken van belang.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(2):52–5)

Lees verder

MRI-geleide stereotactische laserablatie bij hypothalamushamartoom en epilepsie: een nieuwe behandelingsmogelijkheid

TNN - jaargang 119, nummer 2, april 2018

G.L. Wagner , dr. A.J. Colon , L.E.S.S. de Jong , dr. D. de Jong , dr. A.E. Ottenhoff-Kalff , dr. D.J. Curry

SAMENVATTING

Een patiënte van 13 jaar werd gezien met een moeilijk instelbare epilepsie, zich uitend in gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen. Nadat de MRI een hypothalamushamartoom toonde, bleek bij navraag al jarenlang sprake te zijn van gelastische aanvallen. Zij werd verwezen naar het Texas Children’s Hospital voor behandeling met MRI-geleide stereotactische laserablatie. Direct na behandeling was er een gunstig effect te zien, zowel op de aanvallen als op cognitie en gedrag. Anderhalf jaar na operatie was dit positieve effect nog steeds aanwezig. Het klinisch beeld en de verschillende behandelingen van hypothalamushamartoom worden beschreven.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(2):56–60)

Lees verder

Spontaan cervicaal epiduraal hematoom met acute hemiparese imponerend als een herseninfarct

TNN - jaargang 119, nummer 1, februari 2018

N.E.M. Prevoo , L.C.M. Langezaal , dr. P.H.E. Hilkens , M.F.G. van der Meulen

SAMENVATTING

Een 70-jarige man presenteerde zich op de Eerste Hart Hulp met pijn in de linkerarm die werd gevolgd door een acute hemiparese links. Bij verdenking op ischemie van de rechter hemisfeer werd hij behandeld met intraveneuze trombolyse. De daaropvolgende dagen nam de parese links toe en ontwikkelde hij ook een parese van de rechterarm. Aanvullend beeldvormend onderzoek toonde een spontane cervicale epidurale bloeding (SCEH) als oorzaak. Een acuut SCEH kan zich presenteren als een herseninfarct waarbij vroege herkenning van groot belang is voor de behandeling en prognose.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(1):21–5)

Lees verder

‘Foreign accent syndrome’ als planningsstoornis

TNN - jaargang 119, nummer 1, februari 2018

S. Keulen , prof. dr. P. Mariën , P. Wackenier , prof. dr. Y.R.M. Bastiaanse , prof. dr. J. Verhoeven

SAMENVATTING

‘Foreign accent syndrome’ (FAS) is een zeldzame motorische spraakstoornis waarbij de uitspraak van de patiënt door luisteraars wordt opgevat als een buitenlands accent. Meestal is de aandoening het gevolg van een cerebrovasculair accident in de taaldominante hemisfeer, maar in enkele gevallen werd FAS als een spraakontwikkelingsstoornis beschreven. In dit artikel wordt een 17-jarige Nederlandstalige jongen besproken die met een buitenlands accent begon te spreken vanaf zijn taalontwikkeling. Een neurologisch onderzoek, inclusief een SPECT-scan, toonde aan dat de patiënt FAS vertoonde, gecombineerd met een verbale en een visuoconstructieve dyspraxie in het kader van een verstoring van het cerebro-cerebellaire netwerk.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2018;119(1):26–32)

Lees verder