Franse onderzoekers brengen onverwachte neurologische gevolgen COVID-infectie in kaart

oktober 2020 Corona Willem van Altena
Pandemic fear psychology and anxiety of virus contagion or psychological fears of disease or contagious infections with 3D illustration elements.

Encefalopathieën, beroertes, hersenvliesontstekingen en het syndroom van Guillain-Barré. Het is maar een greep aan neurologische verschijnselen die met COVID-19 in verband kunnen staan. Franse onderzoekers hebben het NeuroCOVID-register samengesteld: een inventaris van alle neurologische verschijnselen in 222 COVID-patiënten gedurende maart en april in 46 centra in Frankrijk. Het vakblad Médecine et Maladies Infectieuses wijdde onlangs een artikel aan het NeuroCOVID-register.

Vanuit China waren in maart al berichten gekomen dat COVID-19, naast longsymptomen en stollingssymptomen ook neurologische symptomen teweeg kon brengen. Die waren ook al opgemerkt door professor Thomas de Broucker in het ziekenhuis in Saint-Denis waar hij als neuroloog aan verbonden is. “We hadden aandoeningen opgemerkt die niet in eerdere studies waren opgenomen, zoals gevallen van meningitis.”

Ernstig ziektebeeld

Dat was aanleiding voor De Broucker om met een register te starten aan de hand van gegevens uit andere Franse ziekenhuizen. In maart en april werden er in bij 222 patiënten neurologische symptomen aangetroffen die tegelijkertijd opdoken met andere COVID-19-symptomen. Het merendeel (ruim 61%) van deze patiënten was man en de mediane leeftijd lag op 65 jaar. Iets meer dan 45% van de patiënten vertoonde een ernstig ziektebeeld en had intensieve zorg nodig. De mediane follow-up was 24 dagen en de mortaliteit bedroeg 12,6%.

Van de 222 patiënten werden bij 85% (189 personen) aandoeningen van het centrale zenuwstelsel gevonden, en bij 13,1% (29 personen) van het perifere zenuwstelsel. Meest vastgesteld werden een verandering van de mentale toestand (117, 52,4%) en een centraal focaal neurologisch deficiet (97, 43,7%). Bij 67 patienten werd een encefalopathie vastgesteld, en 21 patienten hadden encefalitis. Bij 57 patienten werd een beroerte (CVA) geconstateerd en er waren 15 gevallen van het syndroom van Guillain-Barré.

Stollingssymptomen

Vooral de CVA’s verrasten de onderzoekers, en dan met name het feit dat die niet samenhingen met specifieke stollingssymptomen. Volgens prof. De Broucker is er mogelijk een verband met een aantasting van het endothelium enerzijds en het majeure inflammatoire syndroom anderzijds.

Antilichamen

Ook het opduiken van het syndroom van Guillain-Barré is opvallend omdat het om een vrij zeldzame aandoening gaat. Wat de zaak nog opmerkelijker maakte was dat dit syndroom als enige neurologische verschijnsel pas later optrad, gemiddeld pas na 18 dagen. De Broucker geeft aan dat er meer onderzoek nodig is, maar hij vermoedt dat de antilichamen tegen het virus ook de eigen zenuwen aantasten. 

Bijna alle patiënten ondergingen een hersenscan, en in 157 gevallen (70%) was dat een MRI. Bij 85 patiënten werd ernstig hersenletsel vastgesteld aan de hand van de scans.

Referentie

T. de Broucker, E. Meppiel, N. Peiffer-Smadja e.a. Médecine et Maladies Infectieuses, september 2020, pagina’s S20-S21.