Lecanemab lijkt alzheimer af te remmen maar bijwerkingen temperen het enthousiasme

december 2022 Geneesmiddelen Willem van Altena
Alzheimer word from wooden blocks on desk

Het nieuwe geneesmiddel lecanemab heeft in een fase III klinische studie die werd uitgevoerd  door wetenschappers aan de Yale-universiteit in de Verenigde Staten bemoedigende resultaten laten zien. Het medicijn lijkt in staat de cognitieve achteruitgang bij mensen met vroeg stadium Alzheimer af te remmen. Wel is er sprake van mogelijk ernstige bijwerkingen.

De ziekte van Alzheimer wordt onder meer veroorzaakt door ophoping van bèta-amyloïde in de hersenen. Lecanemab is een door farmaceuten Biogen en Eisai ontwikkeld monoklonaal antilichaam dat zich bindt aan de voorlopers van bèta-amyloïde. Stapeling van beta-amyloide veroorzaakt de opbouw van plaque in de hersenen, en dat leidt tot cognitieve achteruitgang en alzheimer.

Een eerdere fase II-studie, met een follow-up van 12 maanden, liet nauwelijks een behandelvoordeel zien van lecanemab vergeleken met placebo, maar de fase III-studie, die 18 maanden in beslag nam, laat aanmerkelijk betere resultaten zien. Er staan nu studies op stapel met een nog langere looptijd.

Studieopzet

De studie werd uitgevoerd in 235 centra in Noord-Amerika, Europa en Azië tussen maart 2019 en maart 2021, en omvatte 1795 mensen tussen 50 en 90 jaar oud met een matige vorm van cognitieve achteruitgang, geassocieerd met een vroege fase van alzheimer of milde alzheimer gerelateerde dementie. De patiënten werden gerandomiseerd (1:1) behandeld met lecanemab (intraveneus, elke twee weken) of placebo.

Bij aanvang studie hadden deelnemers een klinische dementiescore (‘clinical dementia rating sum of boxes’, CDR-SB) van ongeveer 3,2, een score die wijst op een vroeg stadium van alzheimer. Na 18 maanden was de CDR-SB-score in de lecanumab groep met 1,21 punten toegenomen, tegenover 1,66 in de placebogroep. Een hogere CDR-SB-score is geassocieerd met meer cognitieve achteruitgang.

Ernstige bijwerkingen

Wel bleken er ernstige bijwerkingen op te treden bij gebruik van lecanemab. Bij bijna 7% van de participanten moest de behandeling om die reden gestaakt worden, vergeleken met 2,9% in de placebogroep. In de lecanemabgroep deden ernstige bijwerkingen zich voor bij 14% van de participanten, vergeleken met 11,3% in de placebogroep. De meest voorkomende bijwerkingen waren zwellingen en bloedingen in de hersenen die op MRIs waargenomen werden (‘amyloid-related imaging abnormalities’, ARIA). In de meeste gevallen konden die bijwerkingen binnen enkele maanden afdoende behandeld worden. ARIA-hersenbloedingen werden vastgesteld bij 17,3% van de patiënten in de lecanemabgroep en 9% in de placebogroep. ARIA-hersenzwelling werd gedocumenteerd bij 12,6% versus 1,7% respectievelijk.

In de lecanemabgroep overleden 6 patiënten gedurende de studie, tegen 7 in de placebogroep. Vooralsnog menen de onderzoekers dat geen van deze sterfgevallen het directe gevolg van de behandeling is, maar meer onderzoek is nodig.

Versnelde procedure

Het is nu aan de Amerikaanse medicijnautoriteit FDA om een besluit te nemen over goedkeuring en toelating van lecanemab. Daartoe is nu aanvraag voor een versnelde goedkeuringsprocedure gedaan. Verwacht wordt dat de FDA begin 2023 beslist of dat het geval zal zijn. Afhankelijk van de resultaten van de goedkeuringsprocedure, waarvoor verdere studies nodig zijn, zal lecanemab uiteindelijk bij de Amerikaanse patiënt terecht komen. Voor Europa is een goedkeuringsprocedure door het EMA vereist alvorens het middel beschikbaar komt.

Referentie

Christopher H. van Dyck, M.D., Chad J. Swanson, Ph.D., Paul Aisen, et al. Lecanemab in Early Alzheimer’s Disease. New England Journal of Medicine, November 29, 2022
DOI: 10.1056/NEJMoa2212948.