Articles

Lumbaalpunctie bij gebruik van een plaatjesaggregatieremmer of antistollingsmiddel?

TNN - jaargang 124, nummer 1, februari 2023

M.J. Hulshoff , dr. T.S. Lysen , prof. dr. D.W.J. Dippel

SAMENVATTING

De lumbaalpunctie is een frequente procedure in de neurologische praktijk. Plaatjesaggregatieremmers en antistollingsmiddelen vormen hiervoor een relatieve contra-indicatie, vanwege het risico op bloedingscomplicaties. Er is echter meer informatie nodig over het risico op bloedingscomplicaties om onderbouwd te kunnen beslissen onder tijdsdruk een lumbaalpunctie wel of niet te doen. Dit artikel betreft een systematische review naar het risico op bloedingscomplicaties na een lumbaalpunctie bij gebruik van (dubbele) plaatjesaggregatieremmers of antistollingsmiddelen. Vier studies, met patiëntaantallen tussen n=110 en n=665, werden geanalyseerd. Ondanks de bescheiden grootte laten deze studies zien dat het risico op een spinaal hematoom niet groot is bij gebruik van middelen die volgens de huidige richtlijnen als contra-indicatie gelden; bij gebruik van dubbele plaatjesaggregatieremmers werd een risico gerapporteerd van 0% (95%-betrouwbaarheidsinterval: 0–3,6%). De absolute risico’s moeten worden meegewogen bij het besluit om onder tijdsdruk een lumbaalpunctie te verrichten bij een patiënt bij wie door gebruik van medicatie een contra-indicatie geldt.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(1):22–7)

Lees verder

Vernieuwde NVN-richtlijnmodule: behandeling van het herseninfarct met intraveneuze alteplase na 4,5 uur

TNN - jaargang 123, nummer 5, september 2022

dr. M.J.H.L. Mulder , prof. dr. D.W.J. Dippel , prof. dr. H.B. van der Worp , dr. S.M. Zuurbier , prof. dr. W. van Zwam , dr. B. Roozenbeek

SAMENVATTING

Recente gerandomiseerde trials hebben aangetoond dat intraveneuze alteplase ook veilig en effectief kan zijn bij een herseninfarct buiten het huidige tijdsvenster van 4,5 uur vanaf het ontstaan van de uitval. Hierbij dient te worden voldaan aan strikte klinische en radiologische criteria. Dit was aanleiding om de module ‘Trombolyse met alteplase’ van de NVN-richtlijn ‘Herseninfarct en hersenbloeding’ te herzien. Hierin wordt aanbevolen om alteplase te overwegen bij patiënten met een herseninfarct tussen 4,5-12 uur na ‘last seen well’, bij wie op CT-perfusie sprake is van een kleine infarctkern (<25 ml) met minstens een even grote penumbra of bij wie op de MRI-scan een mismatch tussen de DWI-en FLAIR-opname wordt aangetoond.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2022;123(5):210-4)

Lees verder

Intra-arteriële behandeling van het acute herseninfarct in Nederland voorafgaand aan de MR CLEAN-studie

TNN - jaargang 115, nummer 2, juni 2014

AA.D. Rozeman , dr. W.J. Schonewille , dr. M.J.H. Wermer , prof. dr. D.W.J. Dippel , dr. J. Boiten , prof. dr. A. Algra , voor de pre-studie MR CLEAN-studiegroep

Lees verder

Behandeling van afasie door een beroerte

TNN - jaargang 114, nummer 2, juni 2013

F. Nouwens , prof. dr. D.W.J. Dippel , E.G. Visch-Brink , dr. L.M.L. de Lau

Samenvatting

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat taaltherapie bij patiënten met afasie door een beroerte effectief is, maar afdoende bewezen is dit nog niet. In dit artikel wordt de huidige stand van zaken weergegeven van onderzoek naar het effect van taaltherapie, met speciale aandacht voor timing en intensiteit. We lichten vervolgens de recent gestarte Rotterdamse Afasie Therapie Studie-3 toe, waarin het effect van vroeg-tijdige intensieve cognitief-linguïstische taaltherapie bij patiënten met een afasie door een beroerte wordt onderzocht.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:52-59)

Lees verder

Preventief gebruik van antibiotica bij patiënten met een beroerte

TNN - jaargang 113, nummer 1, februari 2012

drs. J-D. Vermeij , drs. W.F. Westendorp , prof. dr. D.W.J. Dippel , prof. dr. D. van de Beek , dr. P.J. Nederkoorn

Samenvatting

Infecties komen vaak voor na een beroerte, met incidenties variërend van 5 tot 65%. Deze hoge incidentie wordt enerzijds veroorzaakt door de slechte klinische conditie van de patiënt en anderzijds waarschijnlijk ook door een verminderde afweer na het doormaken van een beroerte (‘stroke-induced immunodepression’). Het doormaken van een infectie, zoals een longontsteking of een urineweginfectie, is een onafhankelijke voorspeller voor een slechte uitkomst na een beroerte. In de dagelijkse praktijk worden patiënten die na een beroerte een infectie oplopen zo snel mogelijk behandeld met antibiotica. In een meta-analyse van vier gerandomiseerde studies is aangetoond dat het preventief toedienen van antibiotica aan patiënten met een beroerte het aantal infecties significant vermindert. Of hiermee ook de functionele uitkomst verbetert, is echter nog niet bekend. Dit wordt momenteel onderzocht in de Preventive Antibiotics in Stroke Study (PASS).
(Tijdschr Neurol Neurochir 2012;113:31-6)

Lees verder