Articles

Uw diagnose?

TNN - jaargang 124, nummer 1, februari 2023

dr. M. Dauwan , drs. A.E.J. Sijben , dr. J.P.P. van Vugt , drs. R.B. Portier , dr. M. van der Meulen

Elke medische behandeling begint met het stellen van de juiste diagnose. Deze diagnose ligt echter niet altijd meteen voor de hand. Zoals bij de volgende casus:

Een 63-jarige vrouw werd via de Spoedeisende Hulp opgenomen. Zij had sinds enkele dagen hoofdpijn en gemengde dysfasie. Haar medische voorgeschiedenis vermeldde diabetes mellitus type II, hypercholesterolemie, COPD en perceptief gehoorverlies.

Wat is uw diagnose?

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(1):42–5)

Lees verder

Parainfectieuze myoclonieën bij een COVID-19-infectie

TNN - jaargang 122, nummer 3, mei 2021

N.G.M. Oonk MSc, drs. A.E.J. Sijben , dr. J.P.P. van Vugt , drs. J.P.M. van der Vegt

SAMENVATTING

Een 87-jarige patiënt ontwikkelde gegeneraliseerde, actie-geïnduceerde myoclonieën op basis van een auto-immuungemedieerde, parainfectieuze reactie bij een SARS-CoV-2-infectie. Met aanvullend onderzoek waren reeds overige oorzaken uitgesloten. De patiënt werd symptomatisch behandeld met anti-epileptica en aanvullend een methylprednisolonkuur. De behandeling had een goed effect. Na 3 maanden resteerden nog subtiele myoclonieën en was er nog sprake van lichte cognitieve en fysieke klachten. Het klinisch spectrum van COVID-19-geassocieerde myoclonieën beschreven in de recente literatuur reikt van geïsoleerde myoclonieën tot een opsoclonus-myoclonussyndroom met encefalopathie. Bij het merendeel van de patiënten blijkt hieraan een para- of postinfectieuze oorzaak ten grondslag te liggen. De behandeling bestaat uit symptoombestrijding met anti-epileptica, eventueel in combinatie met immunosuppressiva. De prognose van parainfectieuze myoclonus bij COVID-19 lijkt tot nu toe gunstig, hoewel over de langetermijngevolgen nog geen harde uitspraken kunnen worden gedaan.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(3):127-31)

Lees verder