Articles

Kwaliteit van leven na hemicraniëctomie wegens een ruimte-innemend herseninfarct

TNN - jaargang 117, nummer 2, juni 2016

dr. T. van Middelaar , dr. E. Richard , dr. M.C. Visser , P. van den Munckhof , prof. dr. J. Stam , dr. P.J. Nederkoorn

Samenvatting

Hemicraniëctomie wegens een ruimte-innemend herseninfarct bij patiënten jonger dan 60 jaar leidt tot een sterke afname van de mortaliteit. Veel patiënten overleven echter met ernstige functionele beperkingen. Wij hebben de kwaliteit van leven van deze patiëntengroep onderzocht door middel van een cohortonderzoek en een systematisch overzicht van de literatuur. Hieruit blijkt dat de kwaliteit van leven op het gebied van fysieke gezondheid, zoals verwacht, duidelijk slechter is dan die van gezonde leeftijdsgenoten. Kwaliteit van leven op het gebied van mentale gezondheid is echter redelijk vergelijkbaar met leeftijdsgenoten. Patiënten met een infarct in de dominante hemisfeer lijken geen slechtere kwaliteit van leven te hebben. Meer dan de helft van de mantelzorgers geeft aan ernstig belast te zijn. De bevindingen uit deze onderzoeken kunnen meegenomen worden in de behandeloverweging bij patiënten met een ruimte-innemend herseninfarct.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2016;117(2):63–6)

Lees verder

Levenslang risico op hart-en vaatziekten

TNN - jaargang 113, nummer 6, december 2012

dr. M.C. Visser

Samenvatting

In het kader van het ‘Cardiovascular Lifetime Risk Pooling Project’ werd een levenslang risico op hart- en vaatziekten berekend. Hart- en vaatziekten zijn gedefinieerd als angina pectoris, coronaire insufficiëntie, hartfalen, hartinfarct, ischemische en bloedige beroerte, cardiovasculaire sterfte en sterfte door hartfalen. Voor al deze categorieën werden eenduidige criteria geformuleerd. Beroerte werd gedefinieerd met behulp van de Systolic Hypertension in the Elderly Program-criteria; plotseling beginnende neurologische uitval gedurende tenminste 24 uur, veroorzaakt door obstructie of ruptuur van een van de cerebrale vaten en bevestigd door neurologisch onderzoek of bij beeldvorming, zonder nietvasculaire verklaring.

De studie is een gepoolde analyse van achttien epidemiologische studies op populatieniveau. In totaal had dit betrekking op 905.115 persoonsjaren in de periode 1964 tot 2008. Deelnemers met reeds bekende cardiovasculaire ziekte werden uitgesloten van de analyse. Risico’s werden berekend voor de leeftijden 45, 55, 65 en 75 jaar.

Als risicofactoren werden gedefinieerd: bloeddruk, gebruik van anti-hypertensiva, totaal cholesterol, roken op moment van meting, diabetes. De factoren werden ingedeeld naar ernst. De deelnemers werden gestratificeerd in vijf categorieën aan de hand van de aanwezigheid van deze risicofactoren. Slechts 1,7 tot 7,9% van de deelnemers had een risicoprofiel dat in alle opzichten optimaal was. Daarentegen had meer dan 55% tenminste een of twee ernstige risicofactoren. Voor de hele populatie werd, op een leeftijd van 45 jaar, het risico op hart- en vaatziekten tot de leeftijd van 95 jaar vastgesteld op 60,3% (CI, 59,3–61,2%) voor mannen en 55,6% voor vrouwen (CI 54,5–56,7%). Voor de personen met een optimaal risicoprofiel bedroeg dit 40% voor mannen en 30% voor vrouwen ( leeftijd 55 jaar). Personen van 45 jaar met een optimaal risicoprofiel leven veertien jaar langer zonder hart- en vaatziekten dan personen met twee of meer ernstige risicofactoren.

Lees verder