Beeldvorming van het alzheimer-eiwit tau in de hersenen

juli 2023 AAIC 2023 Peter van Rijn
Woman Receiving a Medical Scan for Breast Cancer
Dr. Rik Ossenkoppele

Tau-pathologie kwam voor het eerst onder de aandacht rond 1906 toen Alois Alzheimer door zijn microscoop neurofibrillaire kluwens (zogenaamde ‘tau tangles’) ontdekte bij een patiënt met de ziekte van Alzheimer. Die tangles bestaan uit het eiwit tau, dat ieder mens bij zich draagt. Tot voor kort kon tau alleen worden gevonden bij microscopisch onderzoek nadat de patiënt was overleden. Tegenwoordig is het ook mogelijk om het tau-eiwit in de hersenen zichtbaar te maken met gebruik van beeldvormende technieken. Tijdens AAIC 2023 gaf dr. Rik Ossenkoppele (VU medisch centrum, Amsterdam UMC) een introductie over de toepassingsmogelijkheden van beeldvorming van het Alzheimereiwit tau met PET-technologie in de hersenen.1

Positron emissie tomografie, kortweg PET, is een techniek waarmee tijdens het leven van een patiënt zichtbaar kan worden gemaakt wat er in de hersenen gebeurt. Bij een PET-scan wordt een licht radioactieve stof in de arm geïnjecteerd, die via de bloedbaan in de hersenen terecht komt en zich daar bindt aan een bepaald eiwit. Met de radioactieve signalen die hierdoor worden opgevangen, kan een beeld worden gemaakt van de hersenen. Bij de ziekte van Alzheimer zijn twee eiwitten van groot belang, amyloïd en tau. Bij mensen met alzheimer zijn beide eiwitten op een PET-scan aanzienlijk meer zichtbaar (en dus aanwezig). Het onderzoek over de toepassing van tau-PET heeft betrekking op de afgelopen 10 jaar. Daarmee is het mogelijk geworden om regionale tau-pathologie in de hersenen zichtbaar te maken. Tau PET is toepasbaar op de diagnostiek, prognostiek en behandeling van de ziekte van Alzheimer.

Tau-PET bij de diagnose van alzheimer

Ten aanzien van de toepassing van tau PET bij de diagnostiek van de ziekte van Alzheimer is inmiddels duidelijk geworden dat een hoger tau-PET-signaal gerelateerd is aan meer cognitieve problemen. Bij gezonde proefpersonen is geen tau-eiwit zichtbaar op een PET-scan. Dit neemt gradueel toe bij mensen milde cognitieve klachten (‘mild incognitive impairment’, MCI) en mensen met alzheimer.2 Er zijn grote verschillen in tau-PET waarneembaar bij mensen met alzheimer-dementie en andere vormen van dementie, waaronder frontotemporale dementie en vasculaire dementie. Een overgrote meerderheid van patiënten met alzheimer-dementie heeft een abnormale, positieve tau-PET-scan. Dat geldt ook voor patiënten met MCI. Bij alle andere hersenziekten die dementie veroorzaken en die gepaard gaan met andere symptomen, zoals gedragsveranderingen, bewegingsstoornissen of taalproblemen, heeft het overgrote deel van de patiënten een normale tau-PET-scan. Daarmee is dus met een tau-PET-scan een duidelijk onderscheid te maken tussen de ziekte van Alzheimer en alle andere vormen van dementie. Deskundigen zien de toegevoegde waarde van tau-PET als diagnostische test vooral in een gespecialiseerde kliniek en beduidend minder in een perifere ziekenhuisomgeving. Tau-PET is een relatief dure techniek waarvan ook de vereiste zorginfrastructuur complex is. Daarom dient tau-PET selectief te worden gebruikt en kan bij grootschaliger onderzoek beter gebruik worden gemaakt van biomarkers in het bloed.

Tau-PET bij de prognose van alzheimer

De normale veroudering van de hersenen begint vanaf het 27e levensjaar en gaat gepaard met een geleidelijke achteruitgang van cognitieve functies, waaronder het geheugen. Deze achteruitgang verloopt sneller bij MCI en de ziekte van Alzheimer. Met name in een preklinisch stadium van MCI en dementie is het heel lastig om aan de hand van symptomen de ziekte te onderscheiden aangezien deze sterk lijken op signalen van normale veroudering. Uit recent onderzoek is naar voren gekomen dat de kans op het ontwikkelen van geheugenklachten bij een abnormale amyloïd- en tau-PET-scan 6-8 keer hoger is dan als beide scans normaal zijn.3

Tau-PET bij de behandeling van alzheimer

Ten aanzien van de rol van tau-PET in geneesmiddelenonderzoek liggen er nog vele uitdagingen, maar er zijn ook al enkele veelbelovende resultaten met anti-tau therapie in een vroeg onderzoeksstadium. Inmiddels is bekend dat de hoeveelheid tau-eiwit in het brein een hele sterke correlatie heeft met iemands cognitief functioneren. Als het mogelijk wordt om het tau-eiwit uit de hersenen te verwijderen, zal dat positieve gevolgen kunnen hebben voor het functioneren van het geheugen.

Conclusie

Tau PET is een uitstekende diagnostische test voor de ziekte van Alzheimer, die echter selectief toegepast dient te worden. Tau PET kan nauwkeurig toekomstige achteruitgang van de ziekte voorspellen en helpen bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen.

Referenties

  1. Ossekoppele R. Beeldvorming van het Alzheimereiwit tau in de hersenen. Gepresenteerd tijdens AAIC 2023; sessie 5-21-PER – Highlights of the Alzheimer’s Association International Conference (in Dutch).
  2. Ossekoppele R, Rabinovici GD, Smith R, et al. Discriminative Accuracy of [18F]flortaucipir Positron Emission Tomography for Alzheimer Disease vs Other Neurodegenerative Disorders. JAMA 2018;320(11):1151-62.
  3. Ossekoppele R, Pichet Binette A, Groot C, et al. Amyloid and tau PET-positive cognitively unimpaired individuals are at high risk for future cognitive decline. Nat Med 2022;28(11):2381-7.