Epilepsie

Ziektebeeld

Epilepsie is een van de meest voorkomende neurologische aandoeningen. Bij epilepsie is er een stoornis in de hersenen waarbij tijdelijk, plotseling en ongecontroleerd grote groepen hersencellen ontladen. Er ontstaat een soort ‘kortsluiting’ in de hersenen. Het soort aanval en hoe veel aanvallen voorkomen verschilt erg per patiënt. Per jaar krijgen ruim 6500 mensen in ons land de diagnose epilepsie en in totaal hebben zo’n 120.000 mensen epilepsie. Epilepsie komt bij alle leeftijden voor, het openbaart zich vaak op kinderleeftijd maar het kan ook op latere leeftijd ontstaan. De epilepsie kan op zichzelf staand voorkomen, maar ook onderdeel zijn van een ziekte of syndroom. Om deze reden komt epilepsie voor bij mensen met een verstandelijke beperking. Door behandeling met anti-epileptica kunnen aanvallen wegblijven.

Symptomen

Er zijn veel verschillende soorten epileptische aanvallen. De meest voorkomende zijn tonisch-clonische aanvallen, waarbij patiënten ongecontroleerd met de ledematen schokken en het bewustzijn verliezen. Daarnaast zijn er ook focale aanvallen waarbij iemand bij bewustzijn blijft en een deel van het lichaam schokt of tintelt. Er zijn ook aanvallen waarbij alleen de gewaarwording veranderd en mensen kortdurend afwezig zijn of staren. Bij kinderen worden dit ‘absences’ genoemd.

Oorzaak

Epilepsie kan het gevolg zijn van andere hersenaandoeningen, zoals hersenletsel door een ongeluk, een hersentumor, een ontsteking in de hersenen, een beroerte of zuurstoftekort. Soms is het niet vast te stellen waar de epilepsie vandaan komt, waarschijnlijk ligt de oorzaak dan in het erfelijk materiaal (genetisch). Soms is er sprake van omstandigheden die een aanval in de hand werken, zoals stress of slaaptekort. Er zijn ook diverse syndromen waarbij epilepsie voorkomt, zoals het Dravet syndroom. Patiënten met dit syndroom hebben epileptische aanvallen die meestal erg moeilijk behandelbaar zijn.

Diagnose

Een zo accuraat mogelijke beschrijving van een epileptische aanval kan helpen om de juiste diagnose te stellen, een filmpje van de aanval kan hier erg bij helpen. Als er een zich een aanval heeft voorgedaan wordt er meestal een hersenfilmpje (EEG) en/of een hersenscan gedaan. Als er in de familie vaker epilepsie voorkomt, kan er voorgesteld worden dat patiënt DNA-onderzoek laat doen om te kijken of er sprake is van een erfelijke aandoening.

Behandeling

Epileptische aanvallen kunnen worden voorkomen of verminderd door het gebruik van een onderhoudsbehandeling met anti-epileptica Er zijn veel verschillende medicijnen tegen epileptische aanvallen. Een neuroloog bespreekt met patiënt de voor- en nadelen van de behandeling. Hierbij spelen het type epilepsie, maar ook de hoeveelheid en de hevigheid van de aanvallen een belangrijke rol. Soms is het nodig meerdere anti-epileptica tegelijkertijd te gebruiken.

Indien er toch een aanval optreedt, zijn er naast de onderhoudsmedicijnen aanvalsmedicijnen die een aanval kunnen doorbreken. Dit zijn zogenaamde benzodiazepines, welke in verschillende vormen kunnen worden voorgeschreven, bijvoorbeeld een neusspray (midazolam) of een zetpil (diazepam). Deze medicatie is alleen bedoeld als noodmedicatie bij een epileptische aanval.

Als patiënten onvoldoende baat heeft bij medicijnen (medicatieresistentie) zijn er nog andere behandelmogelijkheden namelijk epilepsiechirurgie, nervus vagus stimulatie of een ketogeen dieet.

Bij plaatsgebonden epilepsie kan beoordeling van de mogelijkheid van epilepsiechirurgie plaatsvinden. Dit is een uitgebreid traject wat in gespecialiseerde centra plaatsvindt.

Nervus vagus stimulatie (NVS) wordt er een ‘pacemaker voor de hersenen’ ingebracht, waardoor aanvallen kunnen worden verminderd.

Bij een ketogeen dieet worden veel vetten en weinig koolhydraten gegeten. Bij sommige vormen van genetische epilepsie is dit de eerste keus behandeling (bv. GLUT-1 deficiëntie syndroom). Bij andere vormen kan het een ondersteunende behandeling naast medicijnen zijn.

Psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA)

Psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA) worden ervaren en zien er soms uit als epileptische aanvallen, maar kennen geen lichamelijke oorzaak zoals bij epilepsie. Deze aanvallen kunnen worden veroorzaakt door psychologische factoren, zoals stress of hevige emotie. Soms is er geen psychologisch aanwijsbare oorzaak. Bij het vaststellen van PNEA wordt vaak een behandeling bij een psycholoog of een psychiater geadviseerd.

Patiëntenvereniging

Ziektebeeld

Symptomen

Oorzaak

Diagnose

Behandeling

Aanvullende info