Ernstiger pijnsyndroom bij hooggradige Knosp hypofyseadenomen, maar resectie vermindert pijn

september 2021 IHC 2021 Dominique Vrouwenvelder
Male anatomy of human organs in x-ray view

Het pijnsyndroom is een van de meest frequente klachten van patiënten met een hypofyseadenoom voor en na de operatie. Tijdens IHC 2021 presenteerde Mariia Kurnukhina (First Pavlov State Medical University of St Petersburg, Rusland) een studie over de impact van de graad van invasie van hypofyse adenoom in de sinus cavernosus volgens de Knosp-gradering op het pijnsyndroom.

Mariia Kurnukhina (First Pavlov State Medical University of St. Petersburg, Rusland)

Hypofysaire adenomen zijn goed voor 7,3% tot 18% van alle geverifieerde hersentumoren en treffen vooral mensen in de werkende leeftijd. De uitzaaiing van het hypofyseadenoom naar de holte van de sinus cavernosus komt in 35-40% van de gevallen voor. Patiënten met een hypofyseadenoom rapporteren zeer vaak klachten van pijn. De correlatie tussen de ernst van het pijnsyndroom en de mate van invasie van het hypofyseadenoom in de sinus cavernosus is in de literatuur nog niet eerder bestudeerd.

Prof. Knosp ontwikkelde in 1993 een classificatiesysteem, op basis van MRI-beeldvorming vergeleken met chirurgische bevindingen, waarin hypofysaire adenomen met een invasie van de holte van de sinus werden ingedeeld in graad 0 tot en met IV. Het doel van deze studie om te zien wat de invloed van de mate van invasie in de sinus cavernosus volgens de Knosp-classificatie was op het pijnsyndroom.

METHODE

In deze klinische studie werden 200 patiënten bestudeerd (leeftijd: 18-64 jaar; mediaan: 42,4 jaar) die allen transsfenoïdale endoscopische resectie van hypofyseadenomen ondergingen. De analyse van de veranderingen in het pijnsyndroom werd uitgevoerd in de preoperatieve periode en in de vroege postoperatieve periode. Hiervoor werden visuele analoge schaal (VAS), verschillende vragenlijsten  en de Knosp-score gebruikt.

RESULTATEN

Kurnukhina en collega’s zagen een significante afname van hoofdpijnklachten na chirurgische behandeling (diffuse hoofdpijn: 74,8 % en 8,6 %; hoofdpijn van een bepaalde lokalisatie: respectievelijk 9,8 % en 1,4 % – voor en na chirurgie; allen p<0,05). Bij patiënten met graad III-Knosp werd een afname in de ernst van het pijnsyndroom geconstateerd van 7±2,2 punten op de VAS-schaal voor de operatie naar 1,2±0,8 (p<0,05) na de operatie. Bij graad IV-KS nam de VAS-score voor pijnsyndroom af van 9,2±3,4 tot 2±1,4 na operatie. In de late postoperatieve periode hadden patiënten met graad IV-Knosp een meer uitgesproken pijnsyndroom, zoals bleek uit de EORTC QLQ-C30-score, welke een indicatie is voor de kwaliteit van leven, (r=0,38; p<0,05).

CONCLUSIE

Patiënten met graad III-IV Knosp hebben een grotere kans op het rapporteren van een pijnsyndroom. Transsfenoïdale endoscopische resectie van het adenoom leidt tot een significante afname in de ernst van het pijnsyndroom

Referentie

Kurnukhina M, Semina E, Cherebillo V. Impact on the Pain Syndrome of the Degree of Invasion of Pituitary Adenoma into Cavernous Sinus According to the KNOSP Scale (Before and After Transphenonoidal Endoscopic Resection). Gepresenteerd tijdens IHC 2021; abstract AL064.