Geen klinische relapsen bij patiënten met agressieve MS na autologe hematopoëtische stamceltransplantatie

maart 2022 ACTRIMS 2022 Peter van Rijn

Autologe hematopoëtische stamceltransplantatie (aHSCT) wordt in toenemende mate gebruikt bij de behandeling van patiënten met een agressieve vorm van MS. In het Ottawa-cohort (n=72) zijn de korte- en langetermijnresultaten van aHSCT retrospectief geëvalueerd in termen van aanhoudende ziekteremissie en verdraagbaarheid. Bij langetermijnfollow-up werd, zonder gebruik van ziektemodulerende behandeling, geen enkele relaps gerapporteerd.

Patiënten met zeer actieve MS reageren onvoldoende op ziektemodulerende behandelingen (DMT). Immuno-ablatie gevolgd door aHSCT wordt beschouwd als de meest effectieve behandeling om de ontsteking te stoppen bij deze patiënten. In studies is een grote mate van langdurige werkzaamheid aangetoond bij RRMS-patiënten. Betere patiëntselectie, ondersteunende begeleiding en conditioneringsregimes hebben bijgedragen aan een toegenomen veiligheid van aHSCT. Er bestaat discussie over de vraag welk conditioneringsregime de beste balans biedt tussen werkzaamheid en veiligheid op de lange termijn. Nieuwe studies waarin aHSCT wordt vergeleken met DMT’s zullen een bijdrage leveren aan de optimale plaatsbepaling van aHSCT in het behandelalgoritme.

Studieopzet

In deze retrospectieve studie werden patiënten uit het Ottawa-cohort betrokken, die in verband met MS een aHSCT hadden ondergaan en daarna minimaal 6 maanden waren gevolgd. De voorbereidende behandeling van aHSCT bestond uit busulfan en cyclofosfamide, gevolgd door antithymocytenglobuline (ATG) na transplantatie van een CD34-positief geselecteerd transplantaat. Het primaire eindpunt was het aantal nieuwe klinische relapsen na transplantatie. Secundaire eindpunten waren nieuwe MRI-laesies, algemene overleving en verdraagzaamheid. Tevens werd de ontwikkeling van de EDSS scores vanaf baseline over de tijd gevolgd.

Geen klinische relapsen na aHSCT

In totaal werden 72 patiënten met een agressieve vorm van MS, waaronder RRMS (n=62), SPMS (n=8) en PPMS (n=2), gedurende 8 maanden tot maar liefst 20 jaar gevolgd na ontvangst van een aHSCT. Voorafgaande aan transplantatie (met een follow-up van 195,9 patiëntjaren) traden 206 relapsen op (gemiddeld 1,1 relaps per patiënt per jaar), terwijl na transplantatie (met een follow-up van 288 patiëntjaren) 0 relapsen werden gemeld. Bovendien ontving geen van de patiënten na transplantatie enige vorm van ziektemodificerende behandeling (DMT). De algemene morbiditeit en mortaliteit was laag (2.8%) en komt overeen met andere studies. Langetermijnbijwerkingen werden in deze studie echter niet beoordeeld. Bij irregulier uitgevoerde MRI-scans tijdens follow-up na transplantatie werden geen nieuwe laesies gevonden. Daarbij moet worden opgemerkt dat MRI-data van slechts de helft van de patiënten beschikbaar waren. EDSS-scores voor de lange termijn waren beschikbaar bij 52 van de 72 patiënten. Verbeteringen van de EDSS na transplantatie werden vaker gezien bij patiënten met een lagere EDSS-score bij baseline. Verbetering van de EDSS-score werd gezien bij 13 van 26 patiënten met een baseline EDSS <5. Bij patiënten met een baseline EDSS ≥5 was dit het geval bij slechts 6 van de 26 patiënten.

Conclusie

In deze studie is de effectiviteit en verdraagzaamheid van aHSCT op lange termijn aangetoond in de behandeling van agressieve MS. Betere resultaten werden gezien bij patiënten met een mindere mate van invaliditeit op het moment van de aHSCT. Dit wijst erop dat in zijn algemeenheid betere resultaten kunnen worden bereikt in een vroegtijdig stadium van de ziekte, voordat er veel inflammatoire beschadiging is opgetreden in de hersenen. Een zorgvuldige patiëntselectie is daarom van belang. Daarnaast biedt het niet regelmatig hoeven gebruiken van DMT voordelen in termen van kosten en verdraagzaamheid.

Referentie

Brunet F, Freedman M, Puyade M, et al Autologous hematopoietic stem cell transplantation in patients with multiple sclerosis: long term follow up of the Ottawa cohort. Gepresenteerd tijdens ACTRIMS forum 2022; abstract CE1.2.