Infusie JC-virusspecifieke T-cellen bij progressieve multifocale leuko-encefalopathie

mei 2021 Wetenschap Jeroen Beekwilder
Palm hold and protect virtual brain on pastel background, innovative technology in science and medical concept

Editor’s pick van dr. Stefan D. Roosendaal, neuroradioloog, Amsterdam UMC, locatie VUmc

De behandeling van progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) bij patiënten met een verstoord immuunsysteem is lastig. Met infusie van T-cellen die speciaal gericht zijn op het veroorzakende JC-virus kan de het virus worden bestreden. De resultaten met deze behandeling van een groep PML-patiënten wijzen erop dat dit een realistische behandeloptie kan zijn, zonder veel bijwerkingen. 

PML is een ernstige opportunistische infectie die wordt veroorzaakt door het JC- polyomavirus na aanhoudende immuunsuppressie. Er zijn tot op heden geen effectieve antivirale middelen beschikbaar voor de behandeling, en het herstel is daardoor vooral afhankelijk van het eigen immuunsysteem. Dat is ook de reden waarom de mortaliteit bij PML samenhangt met de mogelijkheid om immuunsuppressie al dan niet tegen te gaan. Passieve immunisatie door middel van een infusie van JC-virusspecifieke T-cellen is een van de mogelijkheden voor de behandeling van PML bij patiënten met een diepgaande immuunsuppressie; patiënten die weinig kans op succes hebben bij behandelingen gericht op het stimuleren van het endogene immuunsysteem. Deze vorm van passieve immunisatie wordt al langer toegepast bij onder meer refractaire herpesvirusinfecties, maar is bij PML nog weinig gebruikt. In de studie van Berzero en collega’s  werd onderzocht bij een 9-tal hematologische patiënten met PML of de behandeling met het JC-virusspecifieke T-cellen veilig en effectief was. 

Behandeling met JC-virusspecifieke T-cellen

Tussen 2014 en 2019 werden 9 klinische achteruitgaande patiënten, met de diagnose definitieve PML, behandeld met JC-viruspecifieke T-cellen. Deze werden geproduceerd door perifeer bloed mononucleaire cellen van de patiënt zelf of van een HLA-identieke donor op te kweken in de aanwezigheid van JC-virus peptidefragmenten en interleukine-2. De cellen werden toegediend bij de patiënten middels 2 infusies, met een tussenperiode van 2 weken.

Bij 6 van de 9 patiënten kwam de PML onder controle. Ten tijde van analyse waren 5 patiënten nog in leven en in goede conditie. Bij geen van de patiënten in de studie was sprake van behandelingsgerelateerde bijwerkingen. Er werd bij de evalueerbare patiënten een toename gezien van JC-virus-specifieke lymfocyten en tegelijkertijd een reductie van de JC virale load in de cerebrospinale vloeistof. MRI-evaluatie toonde subcorticale gebieden met een laag T2*-signaal, wat de aanwezigheid suggereert van geactiveerde gliacellen en macrofagen.  

De afwezigheid van behandelingsgerelateerde bijwerkingen duidt erop dat de behandeling met JC-virusspecifieke T-cellen veilig is bij deze groep kwetsbare patiënten. Deze T-celtherapie lijkt een optie te zijn voor patiënten met PML, met name de groep die niet ontvankelijk is voor het herstel van het endogene immuunsysteem.

Referentie

Berzero G, Basso S, Stoppini L, et al. Adoptive transfer of JC virus-specific T lymphocytes for the treatment of progressive multifocal leukoencephalopathy. Ann Neurol 2021;89:769-79.