MEDICIJNEN MET STEROÏDEN BRENGEN MOGELIJK FYSIEKE VERANDERINGEN IN DE HERSENEN TEWEEG

september 2022 Medisch onderzoek Willem van Altena
Pills and inhalers for asthma, bronchitis, lungs diseases, first aid

Astma-inhalatoren en ontstekingsremmers zoals cortison en prednison blijken bij langdurig gebruik regelmatig allerlei psychische bijwerkingen met zich mee te brengen. Mensen ervaren angstgevoelens, neerslachtigheid, stemmingswisselingen, manische fases en zelfs delirium, maar nooit was goed in kaart gebracht waardoor dat komt. Onderzoekers van Universiteit Leiden hebben nu ontdekt dat steroïden, en dan met name glucocorticoïden de witte en grijze stof in de hersenen aantasten. Medisch vaktijdschrift British Journal of Medicine publiceerde het Leidse onderzoek.

Glucocorticoïden zoals prednison behoren tot de meest voorgeschreven medicijnen, en vaak worden ze ook gedurende lange periodes gebruikt. Het is al lange tijd bekend dat deze systemische middelen bijwerkingen met zich mee kunnen brengen, zoals diabetes, hoge bloeddruk en een verminderde botgezondheid. Daarnaast is ook bekend dat er psychische en cognitieve effecten kunnen optreden. Ook astma-inhaleerders bevatten glucocorticoïden, maar die worden alleen gericht op de plaats van bestemming afgeleverd. De Leidse onderzoekers wilden ontdekken of de psychische bijwerkingen ook bij hen optreden, en of er een verschil is tussen het inhaleren van de steroïden, of andere manieren van toediening, bijvoorbeeld in pilvorm.

De onderzoekers analyseerden gegevens van de UK Biobank, een database met gezondheidsinformatie van een half miljoen Britten tussen de 40 en 69 jaar. MRI-scans van 222 mensen die systemische steroïden gebruikten en 557 die de geïnhaleerde versie namen, werden vergeleken met die van 24.106 niet-gebruikers. De geïncludeerde studiedeelnemers waren geen van allen eerder gediagnosticeerd met psychische of neurologische aandoeningen, en niemand slikte antidepressiva of aanverwante medicijnen. De studiedeelnemers vulden verder nog een vragenlijst in die nader inging op hun stemming in de twee weken voorafgaand aan de MRI.  

LANGDURIG GEBRUIK

De MRI-scans lieten duidelijk een verschil zien in de witte stof, dat is de stof die verschillende hersengebieden met elkaar verbindt, en die een vitale rol speelt in de neurologische communicatie van de hersenen. Bij steroïdengebruikers bleek de witte stof een andere structuur had dan bij niet-gebruikers. En daarbij maakte het niet uit of mensen de steroïden inhaleerden of in pilvorm innamen. Ook bij de grijze stof werden veranderingen waargenomen, maar daarbij ging het om een afname van het volume. Zowel bij witte als grijze stof gaat het om kleine veranderingen van 1 tot 2%, maar bij aandoeningen waarbij patiënten veel steroïden gebruiken kan het gaan om wel 5%. De Leidse onderzoekers denken dat het gaat om een cumulatief effect; mensen die kort met steroïden behandeld worden zullen er weinig van merken, maar als het om langdurig gebruik en hoge doseringen gaat, dan kan dat wel degelijk gevolgen hebben voor de hersenen.

GRIJZE STOF

Mensen die systemische steroiden gebruiken zoals prednison blijken meer veranderingen in de witte en grijze stof te hebben dan bij mensen die de steroiden inhaleren. Dat effect versterkt zich naarmate de medicijnen langer gebruikt worden, met name in de witte stof. Ook in de grijze stof doen zich veranderingen voor, die verschillen al naar gelang van de wijze van medicijninname. Degenen die steroïden slikten hadden een groter caudaal hersengedeelte en degenen die een inhalator gebruikten hadden een kleinere amygdala. Beiden zijn onderdeel van de grijze stof en betrokken bij cognitieve en emotionele hersenfuncties.

Nog meer verschillen tussen slikkers en inhaleerders: de patiënten die alleen inhalatoren gebruiken meldden veel minder cognitieve en psychische klachten dan degenen die steroïden slikken. Depressiviteit, apathie, rusteloosheid en vermoeidheid werden het vaakst genoemd. En ook in een test die de verwerkingssnelheid van de hersenen mat presteerden de slikkers slechter dan de inhaleerders.

ASSOCIATIE

De Leidse onderzoekers concluderen: “Hoewel het onduidelijk blijft of de effecten gevolgen hebben voor de gehele groep gebruikers, zijn deze bevindingen opmerkelijk gezien de veel voorkomende psychische bijwerkingen van synthetische glucocorticoïden.” Ze maken wel nadrukkelijk voorbehouden voor onvolkomenheden in deze eerste studie. Zo zijn er slechts enkele indicatoren voor een veranderde stemming gemeten, en is de periode van 2 weken wel erg kort. Het staat bovendien niet vast of de stemmingswisselingen niet door de ziekte zelf komen in plaats van door de steroïden. Maar de onderzoekers denken wel dat er een associatie zichtbaar is van gebruik van systemische en geïnhaleerde glucocorticoïden met een verminderde structuur van de witte stof, wat gedeeltelijk ten grondslag kan liggen aan de neuro-psychiatrische bijwerkingen die zijn waargenomen bij patiënten die deze middelen gebruiken.

De onderzoekers willen nu verder uitvinden wat het effect van steroïden op met name de witte stof is, en roepen artsen en patiënten op om zich meer bewust te zijn van de mogelijke bijwerkingen van glucocorticoïden. Er zou meer onderzoek moeten komen naar alternatieve behandelopties.

Referentie

Van der Meulen M, Amaya JM, Dekkers OM, Meijer OC. Association between use of systemic and inhaled glucocorticoids and changes in brain volume and white matter microstructure: a cross-sectional study using data from the UK Biobank. BMJ Open. 2022 Aug 30;12(8):e062446. doi: 10.1136/bmjopen-2022-062446. PMID: 36041764.