Een nieuwe gentherapie voor de ziekte van Duchenne (‘Duchenne muscular dustrophy’, DMD) die door farmaceut Pfizer wordt ontwikkeld blijkt de primaire eindpunten van een fase III-studie niet bereikt te hebben. Ook bij secundaire eindpunten schoot het middel fordadistrogene movaparvovec tekort. Daarmee is het zeer twijfelachtig geworden of het middel ooit de patiënten zal bereiken.
De tegenvallende resultaten uit de CIFFREO-studie waarin kinderen van 4 tot y met de gentherapie behandeld werden volgen op twee eerdere onderbrekingen in het klinische programma van de gentherapie, die werden veroorzaakt door het overlijden van patiënten. De eerste onderbreking vond plaats in 2021. De meest recente veiligheidskwestie ontstond in mei van dit jaar, toen een jong kind in de fase II DAYLIGHT-studie – een vergelijkbare studie waarin patiënten van 2 tot 3 jaar worden ingeschreven – een hartstilstand kreeg, wat leidde tot het stopzetten van de dosering.
De CIFFREO-studie omvatte ongeveer 99 ambulante jongens van 4 tot 7 jaar met DMD, die werden behandeld met fordadistrogene movaparvovec of placebo. De experimentele gentherapie bleek geen verbetering in motorische functies te bieden zoals gemeten met de North Star Ambulatory Assessment (NSAA) een jaar na toediening. Bovendien leidden de resultaten niet tot significante verbeteringen ten opzichte van de placebogroep in de 10-meter hardloop-/wandeltest, en de tijd om op te staan van de vloer.
Het algehele bijwerkingenprofiel van fordadistrogene movaparvovec in de CIFFREO-studie was beheersbaar, met voornamelijk milde tot matige bijwerkingen, en ernstige bijwerkingen die verband houden met de behandeling reageerden over het algemeen goed op klinisch ingrijpen.
Pfizer laat weten dat gedetailleerde resultaten van de studie gedeeld zullen worden op komende medische congressen en patiëntenbijeenkomsten. Pfizer blijft alle deelnemers in de studie nauwlettend volgen en evalueert de gepaste volgende stappen voor het programma.
Momenteel is er één gentherapie voor DMD al wel goedgekeurd in de Verenigde Staten (maar nog niet in Europa). Dat is het middel delandistrogene moxeparvovec-rokl, op de markt gebracht door Sarepta onder de naam Elevidys. Momenteel overweegt de Amerikaanse toezichthouder voor geneesmiddelen een labeluitbreiding naar oudere en niet-ambulante DMD-patiënten.
Duchenne spierdystrofie (DMD) is een ernstige genetische aandoening die wordt gekenmerkt door progressieve spierdegeneratie en -zwakte. Symptomen manifesteren zich meestal in de vroege kindertijd, tussen de leeftijd van 3 en 5 jaar, en de ziekte treft bijna uitsluitend jongens. Meisjes kunnen wel drager van de ziekte zijn. Spierzwakte kan zo vroeg als 3 jaar beginnen, waarbij eerst de spieren van de heupen, bekkengebied, dijen en schouders worden aangetast, en later de skeletspieren in de armen, benen en romp. In hun vroege tienerjaren verliezen patiënten meestal hun vermogen om te lopen en worden ook de hart- en ademhalingsspieren aangetast, wat uiteindelijk leidt tot vroegtijdig overlijden. DMD is de meest voorkomende vorm van spierdystrofie wereldwijd, in Nederland wordt de incidentie geschat op 1 op de 4.000 mannelijke geboorten.
Referentie