Potentiële biomarkers van risico’s voor geestelijke gezondheid bij jongeren ontdekt

augustus 2023 Preventie Willem van Altena

Onderzoekers uit Finland publiceerden recent in Nature Mental Health een studie naar de mechanismes achter geestelijke gezondheidsproblemen bij jongeren. En het blijkt dat bij bepaalde jongeren met een verhoogd risico op deze aandoeningen sprake is van veranderingen in eiwitten die betrokken zijn bij immuunreacties en bloedstolling. Daarmee zijn de onderzoekers mogelijk een biomarker op het spoor gekomen voor het ontwikkelen van psychische problemen.

De bevindingen van het Finse team dragen bij aan het groeiende bewijs dat vroege veranderingen in bloedstolling en complementcascades in verband kunnen worden gebracht met de ontwikkeling van psychische problemen bij adolescenten.

WALNUTs

Het onderzoeksteam analyseerde de eiwitten in bloedplasmamonsters van 91 pubers in de leeftijd van 11 tot 16 jaar. Ze verdeelden de jongeren in twee groepen op basis van of ze een lage score (n = 42) of een hoge score (n = 49) hadden op de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ), die screent op emotionele en gedragsproblemen. De monsters en vragenlijsten werden op ongeveer hetzelfde moment in 2016 verkregen als onderdeel van het in Spanje gevestigde WALNUTs-cohortonderzoek.

Nadat de plasmamonsters waren ontdaan van zeer overvloedige eiwitten, werden ze geanalyseerd met behulp van vloeistofchromatografie elektrospray-ionisatie tandem massaspectrometrie. De analyse onthulde 58 veranderingen in plasma-eiwitten die samenhingen met de SDQ-score, waarvan 39 meer voorkwamen bij adolescenten met een verhoogde score en 19 minder.

13 Signaalroutes

Er waren 13 significant verrijkte signaalroutes onder de veranderingen die geassocieerd waren met SDQ-score. De meest verrijkte routes waren gerelateerd aan bloedstolling en immuunreacties, waaronder de complementcascade. Andere verrijkte routes waren gerelateerd aan neurogenese, neuronale degeneratie en posttranslationele eiwitmodificatie.

De onderzoekers voerden ook een clusteringanalyse uit van de differentieel overvloedige eiwitten, die drie groepen opleverde:

  • up- en downgereguleerde eiwitten betrokken bij neurongroei, synaptische functie, gliale celmigratie en cholesteroltransport;
  • geüpreguleerde eiwitten die voornamelijk betrokken zijn bij complement- en stollingscascades;
  • drie downgereguleerde eiwitten betrokken bij het reukorgaan en drie upgereguleerde eiwitten betrokken bij eiwitafbraak.

De belangrijkste beperking van het onderzoek was dat het aantal monsters “laag was in verhouding tot de geïdentificeerde eiwitten”, schreven de onderzoekers. Een andere beperking was het gebruik van bloedplasmamonsters zonder vasten als gevolg van de beperkingen van de oorspronkelijke WALNUTs-studie. Toekomstige studies en follow-up gegevens zijn nodig om de potentiële biomarkers in grotere cohorten te valideren en hun associaties met psychische stoornissen te bevestigen, schreven de Finse onderzoekers.

Referentie

De Sousa Maciel, I., Piironen, AK., Afonin, A.M. et al. Plasma proteomics discovery of mental health risk biomarkers in adolescents. Nat. Mental Health 1, 596–605 (2023). https://doi.org/10.1038/s44220-023-00103-2