Tegengesteld risico op dementie bij tv kijken of computeren: stilzitten alleen is niet de oorzaak

augustus 2022 Beter Leven Willem van Altena

Het ene beeldscherm is het andere niet: mensen die veel televisie kijken lopen mogelijk een verhoogd risico op dementie, terwijl mensen die een computer gebruiken het risico juist lijken te verlagen. Dat is de conclusie uit een recente studie uit Los Angeles (V.S.), die werd gepubliceerd in vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences.

Televisie kijken en gebruik van een computer hebben een ding met elkaar gemeen behalve de aanwezigheid van een beeldscherm: het zijn sedentaire activiteiten. Mensen die veel stilzitten en weinig bewegen hebben een hoger risico op chronische aandoeningen en mortaliteit, dat is in vele studies al aangetoond. Lichaamsbeweging en fysieke activiteit zijn daarentegen juist gezond: het voorkomt aandoeningen als hoge bloeddruk en diabetes, en het voorkomt of vertraagt cognitieve achteruitgang. Oudere volwassenen die aan lichaamsbeweging doen verlagen hun risico op hersenatrofie en dementie.

Sedentair gedrag

De auteurs wilden onderzoeken wat precies de effecten van tv-kijken en het gebruik van computers op het risico op dementie zijn. Zij vermoedden dat niet zozeer het stilzitten an sich een rol speelt, maar vooral de vraag wat mensen doen terwijl ze zitten. Er is ook nooit echt gekeken naar mogelijke positieve verbanden tussen sedentair gedrag en de cognitieve gezondheid, zeggen de onderzoekers. Zij besloten tot een prospectieve cohortstudie aan de hand van gegevens van de United Kingdom Biobank. Na exclusie van mensen jonger dan 60 jaar, mensen met prevalente dementie bij het begin van de follow-up en mensen zonder volledige gegevens, werden 146.651 deelnemers geïncludeerd. Zij werden gevolgd totdat ze de diagnose van dementie kregen, overleden, verloren gingen voor follow-up of voor het laatst in het ziekenhuis werden opgenomen.

Half uur per dag

Het bleek dat er een verband te zien was tussen de tijd die mensen voor de televisie doorbrachten en een verhoogd risico om dementie te ontwikkelen (HR [95% BI] = 1,31 [1,23-1,40]). Bij computergebruik was een omgekeerd verband te zien, waarbij het risico op dementie juist lager werd (HR [95% BI] = 0,80 [0,76-0,85]). Bij mensen die veel (4 uur per dag of meer) televisie keken nam ook het dementierisico toe (HR [95% BI] = 1,28 [1,18-1,39]. En mensen die meer tijd achter de computer zaten bleken minder risico op dementie te hebben dan mensen die dat minder vaak deden. Zowel gemiddelde als hoge computertijd waren geassocieerd met een verlaagd risico op incidente dementie (HR [95% BI] = 0,70 [0,64-0,76] en HR [95% BI] = 0,76 [0,70-0,83] respectievelijk). Maar zelfs bij mensen die maar een half uur per dag met de computer bezig zijn is al een lager dementierisico zichtbaar, en daarbij maakt het niet uit of de computer voor werk of vrije tijd gebruikt wordt.

Variabelen

De resultaten stonden los van allerlei variabelen, zoals leefstijl, algehele gezondheid, slaapgedrag, BMI, alcohol- en tabaksgebruik, eetpatroon en lichaamsbeweging. De onderzoekers denken dat de tegengestelde effecten op het dementierisico mogelijk te maken hebben met het feit dat tv-kijken doorgaans bijzonder lage niveaus van spieractiviteit en energieverbruik met zich meebrengt, terwijl mensen achter de computer doorgaans een iets actievere zit aannemen. Maar ook worden er bij het werken met een computer grotere gebieden van de cortex ingezet dan bij het tv-kijken, waarbij slechts een klein deel van de hersenen actief is.

De resultaten van het huidige onderzoek stemmen overeen met eerder onderzoek dat aantoont dat het type sedentair gedrag belangrijk is, denken de onderzoekers. Verschillende studies hebben aangetoond dat tv-tijd geassocieerd is met mortaliteit en slechte cardiometabole biomarkers, terwijl computertijd dat niet is.

Referentie

Raichlen DA, Klimentidis YC, Sayre MK, et al. Leisure-time sedentary behaviors are differentially associated with all-cause dementia regardless of engagement in physical activity. Proc Natl Acad Sci U S A. 2022 Aug 30;119(35):e2206931119. doi: 10.1073/pnas.2206931119. Epub 2022 Aug 22. PMID: 35994664.