Tenecteplase niet beter dan acetylsalicylzuur bij patiënten met centrale retinale arteriële occlusie

juli 2025 EAN 2025 Peter van Rijn

Centrale retinale arteriële occlusie is een acute oogheelkundige aandoening die zonder snelle reperfusie een hoog risico op blijvend gezichtsverlies met zich meebrengt. Momenteel is er geen op bewijs gebaseerde behandeling voor deze patiënten beschikbaar. Tijdens EAN 2025 presenteerde prof. dr. Anne Hege Aamodt (Oslo University Hospital, Oslo, Noorwegen) de voorlopige resultaten van de nog lopende fase III-studie TenCRAOS, waarin de werkzaamheid en veiligheid van trombolytische therapie met intraveneus toegediende tenecteplase werden geëvalueerd en vergeleken met orale toediening van acetylsalicylzuur.
 
Centrale retinale arteriële occlusie (CRAO) is een spoedeisende situatie met een grote dreiging van blijvend, ernstig gezichtsverlies aan één oog. Aangezien de retina deel uitmaakt van het centrale zenuwstelstel, wordt CRAO beschouwd als een ischemische beroerte van het oog. Hoewel cerebrale beroerte en CRAO veelal worden veroorzaakt door dezelfde mechanismen, bestaan er ook enkele verschillen tussen beide aandoeningen. Voor CRAO bestaat nog geen bewezen effectieve behandeling. Volgens de resultaten van eerdere observationele studies is met systemische trombolyse met ‘tissue plasminogen activator’ (tPA) bij 50% van de patiënten met CRAO een visuele verbetering opgetreden versus 17% bij de controlegroep. Tijdens het World Stroke Congress in oktober 2024 zijn echter neutrale resultaten van de Franse THEIA-studie met tenecteplase gepresenteerd, wat duidt op onzekerheid over de effectiviteit van systemische trombolyse bij CRAO.
 
Het doel van de ‘tenecteplase in central renal artery occlusion’-studie (TenCRAOS) is om het effect van intraveneuze trombolytische behandeling met tenecteplase (TNK, 0,25 mg/kg) te vergelijken met acetylsalicylzuur (ASA) bij patiënten met CRAO binnen 4,5 uur na het ontstaan van symptomen. De hypothese is dat intraveneuze TNK, toegediend binnen 4,5 uur na CRAO, de visuele functie van patiënten met CRAO verbetert na 30 dagen ten opzichte van ASA.

Studieopzet

De CRAOS-studie is een nog lopende prospectieve, gerandomiseerde, dubbel-dummy, dubbelblinde fase III-studie die wordt uitgevoerd in 16 centra verspreid over 6 landen. De inclusie van patiënten werd gesloten in maart 2025. Patiënten met CRAO zijn 1:1 gerandomiseerd tussen een vroegtijdige systemische behandeling met intraveneuze TNK (0,25 mg/kg) plus oraal placebo of oraal acetylsalicylzuur 300 mg plus intraveneuze placebo. Patiënten werden geïncludeerd na bevestiging van CRAO door een oogarts in overleg met een neuroloog en moesten binnen 4,5 uur kunnen worden behandeld. De belangrijkste inclusiecriteria waren een niet-arteriitische CRAO met een gezichtsvermogen van ≥1,0 logMAR, toediening van het onderzoeksmiddel ≤4,5 uur na het ontstaan van symptomen en een leeftijd van 18 jaar of ouder. Belangrijke uitsluitingscriteria waren vooral de aanwezigheid van oogspecifieke en/of TNK-gerelateerde contra-indicaties.
 
Na observatie in de ‘stroke-unit’ worden patiënten bij een follow-up na 30 en 90 dagen opnieuw nauwkeurig poliklinisch onderzocht door een oogarts en een neuroloog. De primaire uitkomstmaat is het percentage patiënten dat op dag 30 een best gecorrigeerde gezichtsscherpte (‘best corrected visual acuity’, BCVA) van ≤0,7 logMAR heeft bereikt. Dit komt overeen met een klinisch relevante verbetering in BCVA van ≥0,3 logMAR (een logMAR van 0,0 komt overeen met een normaal gezichtsvermogen, terwijl een logMAR van 1,0 wijst op ernstig verlies van gezichtsvermogen). Secundaire uitkomstmaten zijn het aandeel patiënten met een logMAR ≤0,7 na 30 dagen bij behandeling binnen 3 uur na het ontstaan van CRAO, het aandeel patiënten met logMAR BCVA ≤0,5 na 30 dagen, de gemiddelde verbetering in logMAR BCVA tussen baseline en dag 30 en het aantal testpunten (van 100) dat wordt gezien bij perimetrie na 30 dagen. Veiligheidseindpunten zijn de mortaliteit, intracraniële bloeding en systemische bloeding. 

Resultaten

In totaal zijn 78 patiënten met CRAO in de TenCRAOS-studie gerandomiseerd, waarvan 40 in de TNK-groep en 38 in de ASA-groep. De patiëntkenmerken van beide behandelgroepen kwamen bij baseline grotendeels overeen, met uitzondering van een hoger percentage patiënten met carotisstenose in de ASA-groep (23,7% vs. 5%) en een hoger percentage diabetespatiënten in de TNK-groep (15% vs. 0%).
Met betrekking tot de primaire uitkomstmaat (logMAR BCVA ≤0,7 na 30 dagen) was geen sprake van significante verschillen tussen beide groepen (20% in de TNK-groep versus 23,4% in de ASA-groep). Dit was ook het geval ten aanzien van alle secundaire uitkomstmaten. Wat betreft de veiligheid was er sprake van een numeriek hoger aantal ongewenste voorvallen (‘adverse events’, AE’s) van lichte of matige aard in de TNK-groep ten opzichte van de ASA-groep. In de TNK-groep waren 3 ernstige AE’s opgetreden (carotisstenose-operatie/stentplaatsing) en in de ASA-groep waren 5 ernstige AE’s gemeld (ischemische beroerte, carotisstenose-operatie/stentplaatsing). Eén patiënte in de TNK-groep overleed aan de gevolgen van een intracraniële bloeding. 

Conclusie

De TenCRAOS-studie is een onderzoek met een gedegen opzet en kenmerkt zich door een sterke interdisciplinaire en internationale samenwerking en een relatief kleine steekproefomvang. De studie beoogt de werkzaamheid van TNK te evalueren ten aanzien van de verbetering van de gezichtsscherpte met een decimaal gezichtsvermogen van ≥0,2. Tweederde van de patiënten werd binnen 3 uur na het ontstaan van tekenen van CRAO geïncludeerd. Wat betreft de uitkomsten zijn er geen verschillen gevonden tussen beide behandelgroepen. Wel waren de resultaten consistent ten aanzien van de diverse uitkomstmaten. Het aantal AE’s in de TNK-groep was hoger dan in de ASA-groep en er was in de TNK-groep één patiënte overleden. Deze bevindingen vormen geen ondersteuning voor een routinematige toepassing van trombolytische therapie bij patiënten met CRAO. 
 
Referentie
Aamodt AH, et al. Tenecteplase in central retinal artery occlusion study. Gepresenteerd tijdens EAN 2025; abstract OPR-018.