Nieuwe analyse onthult verband tussen obstructieve slaapapneu en verhoogd cardiovasculair risico

november 2023 Wetenschap Willem van Altena

In een baanbrekende studie gefinancierd door de National Institutes of Health (NIH) in de Verenigde Staten is een verband vastgesteld tussen obstructieve slaapapneu (OSA) en een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen. Het onderzoek, gepubliceerd in het gerenommeerde American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine, biedt nieuwe inzichten in de onderliggende mechanismen die ten grondslag liggen aan het verhoogde risico, waarbij verminderde bloedzuurstofniveaus als gevolg van onderbroken ademhaling naar voren komen als de leidende factor.

Dr. Ali Azarbarzin, hoofdauteur en directeur van de Sleep Apnea Health Outcomes Research Group aan het Brigham and Women’s Hospital en de Harvard Medical School, benadrukt het belang van deze bevindingen: “Deze bevindingen zullen helpen bij het beter karakteriseren van hoogrisico-versies van obstructieve slaapapneu.”

Onderzoeksopzet

Het onderzoek omvatte een uitgebreide analyse van gegevens van meer dan 4.500 deelnemers aan de Osteoporotic Fractures in Men Study (MrOS) en de Multi-Ethnic Study of Atherosclerosis (MESA). Het doel was om specifieke kenmerken van obstructieve slaapapneu te identificeren die het verschil kunnen verklaren in het risico op het ontwikkelen van cardiovasculaire ziekten of gerelateerd overlijden.

De onderzochte fysiologische kenmerken omvatten de hypoxische last, ventilatoire last en nachtelijke ontwakingen. Hypoxische last verwijst naar de afname van bloedzuurstofniveaus tijdens de slaap, terwijl ventilatoire last de onderbroken ademhaling als gevolg van luchtwegobstructie meet. Nachtelijke ontwakingen duiden op abrupt ontwaken als gevolg van onderbroken ademhaling, wat kan leiden tot verhoogde bloeddruk of hartslag.

Het onderzoek onthulde dat voor elke waargenomen afname van bloedzuurstofniveaus, of hypoxische last, deelnemers in de MESA-studie een 45% verhoogd risico hadden op een primaire cardiovasculaire gebeurtenis. In de MrOS-studie was het waargenomen risico 13%. Luchtwegobstructie, gemeten door volledige of gedeeltelijke sluiting van de luchtwegen, verklaarde respectievelijk 38% van het waargenomen risico in MESA en 12% in MrOS.

Specifiek voor slaapapneu

Dr. Gonzalo Labarca, medeauteur en instructeur in de geneeskunde aan het Brigham and Women’s Hospital en de Harvard Medical School, benadrukt dat de connecties minder worden verklaard door obesitas of andere factoren: “Dat maakt deze metriek specifiek voor slaapapneu.”

Gedurende negen tot twaalf jaar werden 2.627 mannen in de MrOS-studie gevolgd, terwijl 1.973 mannen en vrouwen in de MESA-studie gedurende ongeveer zeven jaar werden geobserveerd. Tijdens deze periode ondergingen deelnemers regelmatig medische controles en slaapbeoordelingen, en deelden ze informatie over hun gezondheid. Ongeveer 110 deelnemers in MESA en 382 in MrOS ervoeren een primaire cardiovasculaire gebeurtenis.

Opvallend was dat elke maatregel van waargenomen afname van bloedzuurstofniveaus, of hypoxische last, gepaard ging met een 45% verhoogd risico op een primaire cardiovasculaire gebeurtenis in MESA. In MrOS was het waargenomen risico 13%. Luchtwegobstructie, gemeten door volledige of gedeeltelijke sluiting van de luchtwegen, verklaarde respectievelijk 38% van het waargenomen risico in MESA en 12% in MrOS.

Vroegtijdige sterfte

De studie omvatte ook de voorspelling van vroegtijdige sterfte op basis van hypoxische en ventilatoire last. Nachtelijke ontwakingen bleken niet geassocieerd te zijn met cardiovasculaire uitkomsten in MESA, maar werden wel gekoppeld aan cardiovasculair gerelateerde sterfgevallen in MrOS. Opmerkelijk was dat een hoge hypoxische last voornamelijk te wijten was aan ernstige luchtwegobstructie en niet aan andere factoren, zoals abdominale obesitas of verminderde longfunctie.

De auteurs benadrukken dat deze bevindingen de potentiële hebben om de beoordeling van slaapapneu te veranderen, maar benadrukken ook dat verdere validatie door toekomstige studies noodzakelijk is. Dr. Marishka K. Brown, directeur van het National Center for Sleep Disorders Research bij het National Heart, Lung, and Blood Institute (NHLBI), deel van NIH, benadrukt de mogelijke impact op klinische proeven: “Het begrijpen van deze mechanismen kan de manier veranderen waarop klinische proeven voor slaapapneu worden ontworpen en wat er in de klinische praktijk wordt gemeten.”

Prevalentie slaapapneu

Eerdere studies schatten dat bijna 425 miljoen volwassenen wereldwijd, en ongeveer 54 miljoen in de Verenigde Staten, obstructieve slaapapneu hebben. Hierdoor lopen ze een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, de voornaamste doodsoorzaak wereldwijd. Volgens de website Longcijfers.nl hebben naar schatting zo’n 500.000 mensen in Nederland een redelijke of ernstige vorm van slaapapneu. De ApneuVereniging schat dat in 2020 ongeveer 300.000 mensen met een apneu onder behandeling waren, maar dat er misschien nog wel (ruim) evenveel niet gediagnosticeerde patiënten zijn.

Referentie

Labarca G, Vena D, Hu W, et al. Sleep apnea physiological burdens and cardiovascular morbidity and mortality. Am J Respir Crit Care Med. 2023; doi: 10.1164/rccm.202209-1808OC.