Articles

Voorspellende dromen: het belang van goede herkenning en diagnostiek van REM-slaapgedragsstoornis

TNN - jaargang 124, nummer 1, februari 2023

dr. K.D. van Dijk , prof. dr. O.A. van den Heuvel , prof. dr. S. Overeem , prof. dr. Y.D. van der Werf , dr. A. Pijpers

SAMENVATTING

REM-slaapgedragsstoornis (‘rapid eye movement sleep behavior disorder’; RBD) is een parasomnie die optreedt vanuit de REM-slaap en waarbij sprake is van het uitvoeren van soms agressieve droominhoud. Het ontbreken van de normaal aanwezige atonie tijdens de REM-slaap ligt ten grondslag aan RBD. Daarbij is sprake van een disbalans tussen excitatie en inhibitie van hersenstamkernen die betrokken zijn bij de regulatie van de spiertonus tijdens de REM-slaap. RBD kan optreden voorafgaand aan de ontwikkeling van de ziekte van Parkinson, dementie met ‘Lewy bodies’ en multipele systeematrofie, of in het beloop hiervan. Ook kan RBD optreden in het kader van een aantal andere neurologische aandoeningen, zoals auto-immuunencefalitiden en narcolepsie, en het gebruik van medicatie, zoals antidepressiva. Voor het stellen van de diagnose is een polysomnografie met video en extra EMG-beplakking vereist. Hiermee kan het ontbreken van de normaal aanwezige atonie tijdens de REM-slaap worden aangetoond en kunnen veelvoorkomende ‘mimics’ worden onderscheiden, zoals obstructieve slaapapneu, non-REM-parasomnie en slaapgerelateerde hypermotore epilepsie. De behandeling omvat adviezen ten aanzien van de veiligheid van de slaapomgeving en het verminderen van uitlokkende en/of verergerende factoren, zoals medicatie. Verdere behandeling is symptomatisch, met clonazepam en melatonine als meest gebruikte middelen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(1):4–12)

Lees verder

Een kwalitatieve studie van een online Parkinson-lotgenotenforum: lessen voor de praktijk

TNN - jaargang 121, nummer 1, februari 2020

dr. S. Rutten , prof. dr. O.A. van den Heuvel , dr. E.E.H. van Wegen , drs. R.H. Hagen , drs. K. Vermunt , dr. K. Rutten

SAMENVATTING

Uit gesprekken met patiënten blijkt dat de beleving van de ziekte van Parkinson een heel scala aan fysieke, cognitieve, emotionele, sociale en maatschappelijke factoren omvat, die onvoldoende tot hun recht komen in het gehanteerde ziektemodel dat doorgaans leidend is in de spreekkamer. In dit kwalitatieve onderzoek werd een thematische analyse verricht van 117 berichten van parkinsonpatiënten en hun naasten op een online lotgenotenforum, met als doel meer inzicht te krijgen in de subjectieve beleving van het leven met de ziekte van Parkinson. Forumbezoekers gaven vaak aan moeite te hebben met de neuropsychiatrische symptomen van de ziekte. Hiernaast beschreven zij de impact van de ziekte van Parkinson op sociaal, emotioneel en professioneel gebied; verlies was hierbij een centraal thema. De resultaten van dit onderzoek pleiten voor een benadering van parkinsonpatiënten volgens het biopsychosociale model, met aandacht voor de neuropsychiatrische symptomen en de verlieservaringen die gepaard gaan met de ziekte. Vanwege de bijdrage die de neuroloog, parkinsonverpleegkundige, (neuro)psycholoog en psychiater kunnen leveren aan deze zorg, adviseren wij een multidisciplinaire benadering van de ziekte van Parkinson.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(1):18–23)

Lees verder

Depressie bij de ziekte van Parkinson: diagnostiek en behandeling

TNN - jaargang 115, nummer 3, september 2014

dr. S. Rutten , C. Vriend , prof. dr. Y.D. van der Werf , prof. dr. O.A. van den Heuvel , prof. dr. H.W. Berendse

Samenvatting

Depressie komt bij ongeveer één op de drie patiënten met de ziekte van Parkinson voor. Depressie heeft een grote impact op het functioneren en de kwaliteit van leven. Desondanks worden depressieve symptomen bij Parkinson-patiënten in de dagelijkse praktijk nog onvoldoende herkend en behandeld. De diagnostiek wordt bemoeilijkt door de overlap tussen depressieve symptomen en parkinson-gerelateerde motorische en autonome functiestoornissen. Daarnaast is de differentiatie met angststoornissen, cognitieve stoornissen, apathie en niet-motorische responsfluctuaties van belang, mede gezien de consequenties voor het behandelbeleid. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de pathofysiologie, diagnostiek en behandelopties van depressie bij de ziekte van Parkinson. De beschikbare literatuur over de effectiviteit van antidepressiva, psychotherapie, electroconvulsieve therapie, transcraniële magnetische stimulatie en lichttherapie wordt besproken. Hieruit komt de noodzaak van nader onderzoek naar specifieke behandelinterventies voor depressie bij de ziekte van Parkinson naar voren.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2014;115:121-128)

Lees verder