Chemische stof in ginsengwortel mogelijk effectief tegen neurodegeneratieve ziektes

juli 2021 Beter Leven Willem van Altena
Korean ginseng. Herb, health.

Multiple sclerose (MS), maar ook de ziekte van Parkinson en Alzheimer zijn neurodegeneratieve aandoeningen die met name ouderen treffen. Die ziekten hebben bepaalde onderliggende mechanismen gemeen zoals oxidatieve stress, neuro-ontsteking en samenklitten van eiwitten. Er is al diverse malen aangetoond dat bepaalde plantaardige stoffen die mechanismen kunnen tegengaan. Een van die stoffen is gintonine, een chemische stof die voorkomt in de ginseng-wortel. Wetenschappelijk tijdschrift Cells publiceerde recent een artikel over een studie uit Zuid-Korea (de bakermat van de ginseng-wortel), waarin dieper wordt ingegaan op de vraag of ginseng een gezondheidsvoordeel kan brengen bij de genoemde aandoeningen.

‘Allesgenezer’

Ginseng is de naam die wordt gegeven aan de wortels van soorten uit het geslacht Panax in de Klimopfamilie (Araliaceae). Die wortels worden in China, Korea en Japan al heel lang gebruikt voor allerlei medicinale toepassingen. Het woord ‘panax’ duidt al op de bijna legendarische roem van ginseng als wondermiddel: ons woord panacee –allesgenezer- is ervan afgeleid. Ginseng is niet alleen in het Verre Oosten maar wereldwijd uitgegroeid tot een van de meest gebruikte kruidengeneesmiddelen.

De ginseng-wortels bevatten diverse chemische stoffen waar gezonde eigenschappen aan worden toegeschreven, maar de laatste tijd is er vooral veel aandacht voor gintonine. Gintonine is een chemische stof die behoort tot de saponinen. Het is een ligand van de lysofosfatidinezuurreceptor (LPA-receptor). Gintonine kan de hoeveelheid calcium tussen de cellen verhogen, en dat heeft een ontstekingsremmende werking tot gevolg. In de Koreaanse studie, waar ook aan werd meegewerkt bij ErasmusMC in Rotterdam, zijn de belangrijkste wetenschappelijke resultaten samengevat over het effect van gintonine bij allerlei aspecten van neurodegeneratieve aandoeningen.

Klinische studies ontbreken

De onderzoekers stellen vast dat gintonine invloed uitoefent op antioxidatie, regeling van calcium, anti-inflammatoire werking en effect op de overleving. In theorie zou gintonine dan ook een effectieve behandeling voor neurodegeneratieve aandoeningen kunnen zijn. Maar de kennis die aanwezig is over het effect van gintoninen is voornamelijk gebaseerd op laboratoriumonderzoek en niet op klinische studies met menselijke proefpersonen. Er is maar 1 studie uitgevoerd waarbij het effect van gintonine op menselijke patiënten werd beschreven, maar volgens de Koreaanse wetenschappers vertoont die studie veel gebreken.

Zoals het er nu uitziet heeft gintonine een positief effect bij de ziekte van Alzheimer, maar het is nog niet duidelijk waarom dat zo is. Mogelijk heeft gintonine invloed op de enzymen die bèta-amyloïd produceren, maar of dat zo is en op welk enzym die invloed inwerkt moet nog onderzocht worden. Een hypothese is dat gintonine mogelijk de dopaminerge neuronen beschermt, maar het is niet bekend via welk mechanisme dat zou gebeuren.

Synthetische gintonine

Er is wel aangetoond dat gintoninepreparaten ook toxische bestanddelen kunnen bevatten, en het is zeker niet zo dat mensen zomaar zonder medisch advies ginsengsupplementen en dergelijke moeten slikken. Soms kan ginseng zelfs een negatief effect hebben in combinatie met medicijnen. Het is erg complex en duur om zuivere gintonine uit de ginsengwortels te extraheren, wat grootschalige studies in de weg staat. De onderzoekers uit Korea pleiten er dan ook voor dat er nieuwe en goedkopere manieren worden gevonden om zuivere gintonine te ontwikkelen, mogelijk op synthetische basis. Daarmee kunnen vervolgens wel grootschalige klinische studies opgezet worden waarbij vastgesteld kan worden of, en hoe gintonine inwerkt op neurodegeneratieve aandoeningen.

Referentie

Ikram, Muhammad, Rahat Ullah, Amjad Khan, and Myeong O. Kim 2020. “Ongoing Research on the Role of Gintonin in the Management of Neurodegenerative Disorders” Cells 9, no. 6: 1464. https://doi.org/10.3390/cells9061464.