Cognitief voordeel bij patiënten met Parkinson-dementie behandeld met rivastigmine

maart 2021 Neurotrials Tanja van Harn
Colorful low poly side view brain illustration isolated on blue background

Editor’s pick van Dr. Vincent I.H. Kwa, neuroloog

In deze post-hocanalyse is gekeken naar het effect van orthostatische hypotensie op het cognitieve voordeel van rivastigmine welke door patiënten met Parkinson-dementie wordt ervaren. Hiertoe zijn de resultaten bij 1.047 patiënten met Parkinson-dementie behandeld met rivastigmine (patch of capsule) of placebo in 2 gerandomiseerde studies onderverdeeld naar patiënten met of zonder orthostatische hypotensie. Uit de analyse bleek dat patiënten met orthostatische hypotensie meer cognitief voordeel hadden van de behandeling met rivastigmine.

INTRODUCTIE

Deze post-hocanalyse includeerde 1.047 patiënten met Parkinson-dementie uit twee gerandomiseerde studies waarin rivastigmine is vergeleken met placebo (n=501) en waarin behandeling met een rivastigmine-patch is vergeleken met een -capsule (n=546) na 76 weken. Aanwezigheid van orthostatische hypotensie werd gedefinieerd als een afname van ≥ 20mm in systolische of ≥ 10mm in diastolische bloeddruk wanneer uit een liggende houding werd opgestaan. Bij 288 patiënten (27,5%) was er sprake van orthostatische hypotensie. Het cognitief voordeel werd geëvalueerd door middel van de ‘Alzheimer’s Disease Assessment Scale-Cognitive subscale’ (ADAS-Cog) na 24 weken en de ‘Mattis Dementia Rating Scale’ (MDRS) na 76 weken.

RESULTATEN

Het placebo-gecorrigeerde effect van rivastigmine op ADAS-Cog na 24 weken was 5,6

± 1,2 bij patiënten met orthostatische hypotensie en 1,9 ± 0,9 bij patiënten die geen orthostatische hypotensie hadden (p=0,0165). Bij patiënten met orthostatische hypotensie was de verandering in MDRS ten opzichte van baseline na 76 weken hoger bij patiënten behandeld met de capsules in vergelijking met de patch (10,6 ± 2,9 versus -1,5 ± 3,0; p=0,031). Met de rivastigmine-patch worden geen verschillen in cognitief effect gevonden tussen patiënten met en zonder orthostatische hypotensie.

De bijwerkingen van behandeling met rivastigmine bij patiënten met en zonder orthostatische hypotensie waren vergelijkbaar. Er kwamen meer bijwerkingen voor bij patiënten behandeld met rivastigmine in vergelijking met placebo. Al was er vaker sprake van syncope bij patiënten met orthostatische hypertensie behandeld met placebo in vergelijking met rivastigmine

CONCLUSIE

Het cognitief effect van behandeling met rivastigmine is groter bij patiënten met Parkinson-dementie die orthostatische hypotensie ervaren. Dit is mogelijk te verklaren door een directe antihypotensieve werking.

Referentie

Espay et al. Rivastigmine in Parkinson’s Disease Dementia with Orthostatic Hypotension. Annals of Neurology. 2021 Jan;89(1):91-98.