Psychologisch profiel van patiënt met migraine geassocieerd met respons op CGRP-remmers

december 2023 EHC 2023 Diede Smeets

De introductie van ‘calcitonin gene-related peptide’(CGRP)-remmers betekende de eerste mogelijkheid tot een ziektespecifieke preventieve behandeling voor migraine. Behandeling met CGRP-remmers is effectief gebleken, ook bij patiënten met moeilijk behandelbare migraine. Moeilijk te behandelen patiënten zijn vaak psychologisch kwetsbaar en hebben bijvoorbeeld depressieve klachten en angststoornissen.1 Tijdens het EHC 2023-congres gaf psycholoog Sara Bottiroli, PhD (IRCCS Fondazione Istituto Neurologico Nazionale C. Mondino, Pavia, Italië) een presentatie over de relatie tussen de respons op CGRP-remmers bij migraine en de aanwezigheid van psychologische comorbiditeit.2

De psychologische kenmerken van een patiënt met migraine kunnen een grote invloed hebben op de mate van respons op migrainebehandelingen. Zo bleek behandeling met onabotulinum toxine A eerder minder effectief bij patiënten met depressieve klachten.3 Depressie is daarnaast gerelateerd aan slechtere behandelingsuitkomsten bij behandeling met de CGRP-remmer erenumab, maar niet bij fremanezumab, zo bleek uit een recentelijk gepubliceerd onderzoek van de Universiteit Leiden.4 In de huidige studie is onderzocht of er psychologische factoren bestaan die voorspellend zijn voor een goede respons of juist geen respons op behandeling met monoklonale antilichamen (mAbs) gericht tegen CGRP voor chronische migraine (CM) of episodische migraine (EM).

Studieopzet

In totaal werden 116 patiënten met CM of EM (gemiddelde leeftijd: 48,2 jaar; 77% vrouw) geïncludeerd, bij wie tenminste 3 eerdere preventieve behandelingen gefaald waren voordat behandeld werd met een anti-CGRP-mAb. Bij aanvang van de studie (T0) ondergingen de deelnemers een volledige psychologische evaluatie, waarin de gemoedstoestand, angsten, persoonlijkheidsstoornissen, jeugdtrauma’s, huidige stressors en alexithymie (onvermogen bij het verwoorden van emoties) werden beoordeeld. Dit werd onder andere aan de hand van de ‘Structured Clinical Interview for DSM-5 Clinician Version’ gedaan. Vervolgens werden de deelnemers 6 maanden gevolgd.

Resultaten

Het merendeel van de deelnemers werd gedurende de studieperiode behandeld met erenumab (69%). Daarnaast werd 16% van de deelnemers behandeld met galcanezumab en 10% met fremanezumab. De overige geïncludeerde patiënten voltooiden de 6-maandse follow-upperiode niet. Na 6 maanden werd door 39% van de patiënten een reductie van ≥75% in het aantal maandelijkse migrainedagen (MMD) gezien, waarmee deze groep patiënten werd aangeduid als super responders (SR, gemiddelde leeftijd: 50,1 jaar; 81% vrouw). Bij 19% van de deelnemers was de reductie in MMD ≤25% ten opzichte van de start van de studie, waardoor deze groep patiënten als niet-responders (NR, gemiddelde leeftijd: 49,3 jaar; 74% vrouw) werd bestempeld. NR-deelnemers hadden vaker een angststoornis (82 vs. 53%) of persoonlijkheidsstoornis (68 vs. 31%) dan SR. Daarnaast hadden NR-deelnemers meer ernstige stressors (gemiddeld 8,8 vs. 3,8) en jeugdtrauma’s (gemiddeld 2,3 vs. 0,6) dan SR-deelnemers. De helft (50%) van de NR-deelnemers had alexithymie, vergeleken met 16% van de SR-deelnemers. Uit zowel een univariate als multivariate oddsratio-analyse bleek dat de respons alleen statistisch significant voorspeld werd door de aanwezigheid van psychopathologieën (univariaat: p=0,029; multivariaat: p=0,017), waaronder angstige persoonlijkheidsstoornissen (univariaat: p=0,003; multivariaat: 0,025), en de blootstelling aan stressors (univariaat: p=0,004; multivariaat: 0,02).

Conclusie

Uit de huidige studie is gebleken dat psychologische factoren voorspellend kunnen zijn voor de respons van patiënten met migraine op behandeling met anti-CGRP-mAbs. Volgens de onderzoekers tonen de resultaten aan dat de factoren onderliggend aan migraine complex zijn, en dat psychologische en psychosociale kenmerken een essentiële rol spelen bij migraine. Patiënten met bepaalde psychologische kenmerken zouden moeten worden aangemerkt als zijnde onderdeel van een bijzondere subpopulatie, waarvoor bijzondere aandacht is bij de migrainebehandeling.

Referenties

  1. Lantéri-Minet M, Radat F, Chautard M, et al. Anxiety and depression associated with migraine: influence on migraine subjects’ disability and quality of life, and acute migraine management. Pain 2005;118:319-26.
  2. Bottiroli S, et al. Psychological profiles of super responders and non-responders to CGRP-monoclonal antibodies: data from a 6-month follow-up. Gepresenteerd tijdens EHC 2023; abstract AL014.
  3. Schiano Di Cola F, Caratozzolo S, Liberini P, et al. Response predictors in chronic migraine: medication overuse and depressive symptoms negatively impact onabotulinumtoxin-A treatment. Front Neurol 2019;10:678.
  4. De Vries Lentsch S, van der Arend BWH, de Boer I, et al. Depression and treatment with anti-calcitonin gene related peptide (CGRP) (ligand or receptor) antibodies for migraine. Eur J Neurol 2023; online ahead of print.