Aerobe inspanning verbetert functionele hersencapaciteit bij Parkinson

januari 2022 Wetenschap Dominique Vrouwenvelder
Mature man in sportswear exercising alone on a stationary bike while working out at the gym

Gerandomiseerde klinische studies hebben aangetoond dat aerobe inspanning de progressie van de motorische symptomen bij de ziekte van Parkinson vermindert, maar de onderliggende neurale mechanismen zijn onduidelijk. Om dit te duiden publiceren onderzoekers van het Radboudumc nu aanvullende resultaten van hun Park-in-Shape trial1.

De Park-in-Shape trial is een single-center, dubbelblinde, gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek bij 130 Parkinson patiënten die willekeurig (1:1 ratio) werden toegewezen aan een aerobe inspanning- of stretchinginterventie voor een duur van zes maanden. De resultaten van deze studie zijn eerder gepubliceerd in The Lancet Neurology en toonden aan dat thuis sporten een positief effect heeft op de motoriek van patiënten met Parkinson2.

Beeldvormend onderzoek

Inmiddels zijn ook de resultaten van het aanvullende onderzoek beschikbaar1. In dit beeldvormende onderzoek hebben de onderzoekers gekeken hoe aerobe inspanning ziekte-gerelateerde functionele en structurele veranderingen beïnvloedt in het cortico-striatale sensorimotor netwerk, dat betrokken is bij het ontstaan van motorische stoornissen bij de ziekte van Parkinson. Daarnaast onderzochten ze de effecten van aerobe inspanning op de weefselintegriteit van de substantia nigra en op gedragsmatige en cerebrale indices van cognitieve controle.

Een willekeurige steekproef (inspanning: n=25; stretching: n=31) van de initiële Park-in-Shape-studiedeelnemers onderging in rust een functionele en structurele MRI-beeldvorming en een oculomotorische cognitieve controletaak (pro- en anti-saccades), op baseline en na zes maanden follow-up.

Martin Johansson, promovendus en eerste auteur van de publicatie, legt uit: “We vroegen de deelnemers om verschillende cognitieve taken uit te voeren, waarbij we met oogbewegingen konden meten hoe goed patiënten controle konden uitoefenen over automatische bewegingen. Dit bleek de fysiek actieve groep beter te doen dan de controlegroep: ze verbeterden hun eigen prestatie van een half jaar eerder, voorafgaand aan de training op de hometrainer. Op de MRI-scans zagen we vervolgens dat hoe goed ze hierin waren, rechtstreeks verband hield met hun fitheid, gemeten aan de hand van hun longinhoud. Daaruit bleek: hoe fitter, hoe groter het denkvermogen.”

Resultaten

Aerobe inspanning, maar niet stretching, leidde tot een verhoogde functionele connectiviteit van het anterieure putamen met de sensorimotorische cortex in vergelijking met het posterieure putamen. Gedragsmatig verbeterde aerobe inspanning ook de cognitieve controle. Bovendien verhoogde aerobe inspanning de functionele connectiviteit in het rechter frontopariëtale netwerk, evenredig met de fitheidsverbeteringen, en het verminderde de globale hersenatrofie.

De MRI, klinische en gedragsmatige resultaten uit deze studie wijzen erop dat aerobe inspanning de ziekteprogressie in het cortico-striatale sensorimotor netwerk stabiliseert en de cognitieve prestaties verbetert.

Implicaties

Rick Helmich, neuroloog en hoofdonderzoeker, zegt over deze resultaten: “We weten dat sporten goed is voor het brein. Voor iedereen, maar zeker ook voor mensen met parkinson. Deze resultaten hebben belangrijke implicaties: bewegen veroorzaakt veranderingen in de hersenen die Parkinson klachten kunnen verminderen. Ik hoop dat mensen met Parkinson dit aangrijpen als een enorme motivatie om meer te bewegen. In deze tijd van lockdown onderstreept het ook het belang van sporten en bewegen.”

Referenties

  1. Johansson ME, Cameron IGM, van der Kolk NM, et al. Aerobic exercise alters brain function and structure in Parkinson’s disease a randomized controlled trial. Ann Neurol. 2021 Dec 24.
  2. van der Kolk NM, de Vries NM, Kessels RPC, et al. Effectiveness of home-based and remotely supervised aerobic exercise in Parkinson’s disease: a double-blind, randomised controlled trial. Lancet Neurol. 2019 Nov;18(11):998-1008.