ARISE: dimethylfumaraat stelt eerste klinische aanval van MS uit bij mensen met radiologisch geïsoleerd syndroom

november 2022 ECTRIMS 2022 Jeroen Beekwilder
Darin Okuda

ARISE is de eerste gerandomiseerde klinische studie waarin wordt aangetoond dat bij radiologisch geïsoleerd syndroom het risico op een eerste klinisch event gerelateerd aan demyelinisatie lager is wanneer iemand wordt behandeld met ziektemodulerende medicatie. Prof. Darin Okuda (University of Texas, Dallas, Verenigde Staten) presenteerde de resultaten van ARISE in de ‘late breaking abstract’-sessie van ECTRIMS.

Radiologisch geïsoleerd syndroom (RIS) is de vroegst detecteerbare preklinische fase van MS. Op basis van de huidige wetenschap is de consensus om mensen waarbij een RIS is vastgesteld niet te behandelen met een ziektemodulerend middel. Zelfs klinische en/of radiologische monitoring is niet standaard, aangezien het niet direct medicamenteuze of andere therapeutische gevolgen heeft. In de placebogecontroleerde ARISE-studie werd onderzocht of het mogelijk was om door middel van behandeling met dimethylfumaraat de eerste acute relaps van MS uit te stellen. Gedurende een 96-weken durende studie werden de patiënten gevolgd. Het primaire eindpunt van de studie was de tijd tot het eerste klinische symptoom dat werd toegeschreven aan een demyeliniserend event.

Trage rekrutering

In de periode van maar 2016 tot en met oktober 2019 werden in 12 Amerikaanse behandelcentra 87 patiënten gerandomiseerd toegewezen aan behandeling met dimethylfumaraat (n=44) of placebo (n=43). De patiëntkenmerken in beide groepen waren goed in balans, inclusief de reden voor de MRI waarin de RIS werd vastgesteld. Vanuit de studiesponsor Biogen werd voortijdig de stekker uit de studie getrokken in verband met een trage rekrutering. Hierdoor konden 10 patiënten de studie niet voltooien. Afgezien daarvan was het percentage patiënten dat de studie staakte vergelijkbaar bij dimethylfumaraat en placebo met circa 20%.

Sterke reductie in risico op eerste klinische aanval

De RIS-patiënten die werden behandeld met dimethylfumaraat tijdens de studie hadden een sterk gereduceerd risico op een eerste demyeliniserende aanval met een hazardratio van 0,18 (95%-BI 0,05-0,63). Wanneer werd gecorrigeerd voor onder meer factoren als geslacht, leeftijd en de aanwezigheid van gadoliniumaankleurende laesies bij baseline was de hazardratio zelfs nog lager met 0,07 (95%-BI 0,01-0,45).

Geen onverwachte bijwerkingen

In de groep die werd behandeld met dimethylfumaraat was sprake matige bijwerkingen bij 32% patiënten. In de placebogroep was dit lager met 21%. Het aantal ernstige bijwerkingen was wel vergelijkbaar in beide groepen met 3 (5%) en 4 (9%) patiënten voor respectievelijk dimethylfumaraat en placebo. De gerapporteerde bijwerkingen kwamen overeen met wat bekend is van dimethylfumaraat uit eerdere studies.


De onderzoekers concluderen dat dit de eerste klinische studie is die een voordeel aantoont van ziektemodulerende medicatie ter preventie van een eerste acute klinisch event bij mensen met RIS. Dit pleit voor een vroege interventie in het MS-ziektespectrum, maar daarvoor is meer onderzoek nodig met ook een langere follow-up, zodat ook kan worden gekeken naar de ziekteprogressie op de lange termijn.

Referentie

Okuda DT, Kantarci O, Lebrun-Frénay C, et al. Multi-center, randomized, double-blinded assessment of dimethyl fumarate in extending the time to a first clinical demyelinating event in radiologically isolated syndrome (ARISE). Gepresenteerd tijdens ECTRIMS; abstract O179.