Wanneer een epileptische aanval langer dan 5 minuten duurt óf er sprake is van een serie epileptische aanvallen die zodanig in elkaar over gaan dat de patiënt tussendoor niet bij bewustzijn geraakt, is er sprake van status epilepticus (SE). Bij super-refractaire status epilepticus (SRSE) vindt binnen 24 uur na aanvang óf bij het afbouwen van een verdovende behandeling nog steeds of wederom SE plaats. Momenteel ontbreekt adequate kennis over SRSE als aandoening en wat de beste behandeling is voor SRSE. In JAMA Neurology verschenen onlangs de resultaten van een systemische review en meta-analyse naar behandelmogelijkheden en –uitkomsten bij SRSE.
Het doel van deze systematische review en meta-analyse was het analyseren van de klinische eigenschappen, oorzaken, uitkomsten, prognostische factoren en behandelingsmogelijkheden voor patiënten met SRSE.
Alle gepubliceerde studies waarin onderzoek werd gedaan naar volwassen patiënten met niet-anoxische SRSE kwamen in aanmerking voor inclusie, ongeacht het type studie. Deze studies werden gevonden in de MEDLINE, Cochrane Library, EMBASE en ClinicalTrials.org-databases. Analyse van de gegevens vond plaats volgens de PRISMA-richtlijnen. De uitkomstmaten van de studie waren etiologie, succesvolle behandeling van SRSE, mortaliteit in het ziekenhuis en invaliditeit bij ontslag uit het ziekenhuis op basis van de gemodificeerde Rankin-schaal.
In totaal werden 95 wetenschappelijke artikelen en 30 congresabstracts gevonden, waarin gezamenlijk over 1.200 patiënten met niet-anoxische SRSE gerapporteerd werd. Gegevens van 266 patiënten (gemiddelde leeftijd: 40,8 jaar;) bleken geschikt voor de meta-analyse. De gemiddelde duur van SRSE was 36,3 dagen en bij 41,6% werd een acuut cerebraal event gezien als de onderliggende oorzaak. Bij 22,3% van de patiënten was de etiologie onbekend. Gevallen van SRSE veroorzaakt door factoren als tumoren, drugs of alcohol waren zeldzaam. Er werd geen associatie gezien tussen behandelingsuitkomsten en behandeling met ketamine, fenobarbital, andere barbituraten, stimulatie van de nervus vagus en naleving van een ketogeen dieet.
De mortaliteit in het ziekenhuis was 24,1%, waarbij de mortaliteit leek te stabiliseren bij een langetermijnbehandeling van 28 dagen of langer. Langetermijnbehandeling was geassocieerd met het verdwijnen van aanvallen en matige tot ernstige invaliditeit. Mortaliteit in het ziekenhuis was niet geassocieerd met gevestigde prognostische factoren als etiologie en leeftijd. Op het moment van ontslag uit het ziekenhuis ervaarde 26,8% van de patiënten geen tot weinig invaliditeit (geen: 8,4%; weinig: 18,4%).
De kans om na SRSE met beperkte invaliditeit ontslagen te worden uit het ziekenhuis is klein. Hoewel uit de huidige systemische literatuurreview en meta-analyse is gebleken dat langetermijnbehandeling geassocieerd is met een lagere mortaliteit in het ziekenhuis én een hogere kans op het verdwijnen van aanvallen, bleek een behandeling langer dan 28 dagen ook geassocieerd met een toegenomen risico op matige tot ernstige invaliditeit op het moment van ontslag uit het ziekenhuis.
Referentie