In Nederland leven op dit moment ongeveer 290.000 mensen met dementie. Naar verwachting zal het aantal mensen met dementie groeien tot een half miljoen in 2050, wat leidt tot grotere belasting van het zorgsysteem en hogere kosten. Onderzoek naar dementie is enerzijds gericht op geneesmiddelen die de ziekteprogressie remmen en anderzijds op preventie van de ziekte door leefstijlinterventies. Tijdens AAIC 2023 gaf dr. Sebastian Köhler (Maastricht University) een introductie over leefstijlinterventies in de strijd tegen dementie en nam hij het publiek mee langs de belangrijkste nieuwe bevindingen op dit gebied, die tijdens AAIC 2023 gepresenteerd waren.1
Het onderzoek naar de relatie tussen leefstijl en dementie staat nog in de kinderschoenen, maar is in een stroomversnelling gekomen nadat in 2017 een artikel in The Lancet verscheen waaruit bleek dat 40% van de dementiegevallen voortvloeien uit beïnvloedbare risicofactoren.2 Dit artikel heeft duidelijk gemaakt wat de potentie is van leefstijlinterventies bij het verlagen van het dementierisico. De erkenning van leefstijl als factor in het dementierisico leidde tot de totstandkoming van een aantal richtlijnen van de WHO in 2019 een om het risico op dementie te reduceren.3 Köhler gaat in zijn presentatie in op een aantal nieuwe studies en ontwikkelingen op het gebied van leefstijl en dementie.
In 2015 werd in Finland de eerste FINGER-studie uitgevoerd naar de invloed van leefstijl op cognitie. In dit onderzoek werden 1.200 mensen van 60-77 jaar gerandomiseerd tussen de interventie- en controlegroep. Deelnemers in de interventiegroep kregen strikte instructies over hun leefstijl die gerelateerd waren aan voeding, beweging, cognitieve training en cardiovasculaire gezondheid. De controlegroep kreeg deze leefregels niet opgelegd. Na een follow-upduur van 2 jaar bleek dat deelnemers in de interventiegroep een betere cognitie hadden, minder zorg nodigen hadden en minder vaak het ziekenhuis bezochten. Naar schatting resulteerde de leefstijlinterventie in een kostenbesparing van 500-600 euro per persoon per jaar.
Als reactie op deze positieve resultaten werden in diverse andere landen ook FINGER-studies opgezet. Tijdens AAIC 2023 werden de uitkomsten van twee van deze studies gepresenteerd. In een Australische FINGER-studie werden 6.000 deelnemers verdeeld naar een leefstijlinterventiegroep of controlegroep. De uitkomsten van deze studie waren positief: leefstijlinterventie bleek gunstig voor de cognitieve gezondheid. Echter, een Duitse gelijksoortige studie (n=1.000) vond dit niet.
Momenteel wordt de FINGER-NL-studie uitgevoerd in 5 academische ziekenhuizen in Nederland , waarvan tijdens AAIC 2023 de studieopzet en inclusiecriteria gepresenteerd werd. Er zijn inmiddels 1.200 mensen geïncludeerd en over 2 jaar worden de eerste resultaten verwacht.
De ‘Lifestyle for Brain Health’(LIBRA)-index is een scoringssysteem waarmee de invloed van verschillende factoren op de gezondheid van de hersenen kan worden gemeten. Belangrijke factoren zijn: bloeddruk, voeding, roken, gewicht, depressie, cognitieve activiteit en alcoholgebruik. Mensen met een hoge LIBRA-score hebben een slechtere hersengezondheid en een hoger risico op dementie, aantoonbare hersenschade bij MRI-onderzoek en verminderde hersenconnectiviteit. Intensieve leefstijlinterventies, zoals die in de FINGER-studies zijn onderzocht, verlagen de LIBRA-score.
Tijdens AAIC 2023 werden de resultaten van een aantal studies naar de LIBRA-index gepresenteerd. Een onderzoek uit Maastricht en de Verenigde Staten toonde aan dat mensen met een hogere LIBRA-score meer tekenen van hersenveroudering hebben en een hoger risico lopen op cognitieve achteruitgang. Een studie uit Frankrijk liet zien dat mensen met hogere LIBRA-score een hoger risico hebben om op oudere leeftijd dementie te wikkelen, ongeacht hun genetische predispositie. Onderzoek in Nieuw Zeeland wees uit dat ook bij de afgelegen Maori-populatie een hogere LIBRA-score samenhangt met een slechtere hersengezondheid.
Naast de reeds bekende risicofactoren, werden tijdens AAIC 2023 ook een aantal nieuwe risicofactoren gepresenteerd, die doorgevoerd zullen worden in een update van de LIBRA-index. Gehoorschade bleek het risico op cognitieve achteruitgang, hersenschade en taupathologie te vergroten, maar het gebruik van een hoorapparaat was niet beschermend. Onderzoek toonde aan dat sociale activiteiten en netwerk het risico op dementie en cognitieve achteruitgang bleken te verminderen. Daarnaast was een slecht slaappatroon gerelateerd aan zwakkere hersenverbindingen, meer vorming van β-amyloïd en een hoger risico op dementie. Tot slot bleken luchtvervuiling en fijnstof gerelateerd te zijn aan meer hersenschade en een hoger risico op cognitieve stoornissen, maar deze relaties konden niet in alle studies worden aangetoond.
In een Nederlands bevolkingsonderzoek werden 577 mensen gevraagd naar hun perceptie over dementie en het risico daarop. Met de stelling “dementie overkomt je” was 56% het eens. Op de vraag welke factoren mogelijk het dementierisico kunnen verlagen, antwoordde de meeste mensen “cognitieve training” (79%), “beweging” (63%) en “voeding” (50%), terwijl “cardiovasculair gezondheid” beduidend minder vaak (16%) werd genoemd.
Köhler eindigde zijn presentatie met een aantal praktische tips om je leefstijl aan te passen en zodoende het risico op dementie te verlagen:
Tot slot biedt de app MijnBreincoach praktische tips en een positieve ondersteuning van een gezonde leefstijl. De app wordt later dit jaar geüpdatet.
Referenties