TNN - special, nummer Neurologie actueel, februari 2023
dr. Dorien Weckhuysen
INTRODUCTIE
De wereldwijde prevalentie van epilepsie is circa 50 miljoen, in Nederland zijn dit ongeveer 200.000 patiënten.1 Hiervan is circa 30–40% farmacotherapieresistent, dat wil zeggen: niet aanvalsvrij na minstens twee adequaat geprobeerde, goed gedoseerde anti-epileptica.2 Helaas blijft dit percentage relatief stabiel ondanks de introductie van nieuwe anti-epileptica. Daarbij is er een effectieve behandeloptie, namelijk epilepsiechirurgie wat zelfs aanvalsvrijheid als resultaat kan hebben. Echter is er sprake van een forse ‘behandel gap’ en wordt deze behandeloptie nog veel te weinig toegepast.3 Factoren die daarbij een rol kunnen spelen zijn: late verwijzing, misconceptie over mogelijkheden en angst van de patiënt.4 Met behulp van dit overzicht van een aantal hoogtepunten op het gebied van minimaal invasieve epilepsiechirurgie (‘minimal invasive epilepsy surgery’, MIES) van het 14e European Epilepsy Congress (EEC) moedigt dr. Weckhuysen aan om deze ‘gap’ te overbruggen.
Lees verderTNN - special, nummer Neurologie actueel, februari 2023
dr. Hinke van Thuijl
Ondanks het feit dat een groot aantal soorten anti-aanvalsmedicatie (ASM) op de markt zijn gekomen in de afgelopen 25 jaar, heeft ongeveer 30–40% van de patiënten onvoldoende aanvalscontrole.1,2 Na het falen van twee ASM’s daalt de kans op het bereiken van aanvalscontrole aanzienlijk. Epilepsie wordt als medicatieresistent beschouwd wanneer onvoldoende aanvalscontrole behaald wordt na het proberen van twee verschillende soorten ASM’s in voldoende hoge dosering. De huidige richtlijn epilepsie (2022) van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie adviseert het type ASM aan te passen aan het aanvalstype.
Lees verderTNN - special, nummer ECTRIMS, januari 2023
No authors
In dit artikel worden de hoogtepunten over relapsen en atrofie van de jaarlijkse meeting van de European Committee for Treatment and Research in Multiple Sclerosis (ECTRIMS) 2022 besproken.
• Hypertensie en hyperlipidemie geassocieerd met atrofie van grijze stof bij SPMS
• Progressie onafhankelijk van relapsactiviteit (PIRA) komt minder vaak voor bij pediatrische MS
• De relatie tussen grijzestofatrofie en wittestof-laesies bij MS, MOGAD en AQP4-NMOSD
• Verlies van retinale ganglioncellen geassocieerd met toekomstige verslechtering bij RRMSD
Lees verder
TNN - 2022, nummer Special, maart 2022
dr. Wandana Nanhoe , dr. Annemiek Dekker
Triggers spelen een significante rol spelen bij het doorgronden van hoofdpijn en migraine. Er is echter veel discussie over de exacte definitie en het causale verband met migraine. In de afgelopen decennia hebben triggers slechts een kleine rol gehad in belangrijke publicaties. Zo worden triggers bijvoorbeeld niet benoemd in de ‘International Classification of Headache Disorders’ (ICHD).1 De laatste jaren is er toenemende erkenning en interesse in het belang van triggers bij migraine. In dit artikel worden de huidige stand van zaken, dilemma’s en toekomstige toepassingen van triggers bij migraine besproken. Dr. Ron van Oosterhout (neuroloog in het Zaans Medisch Centrum) belicht het onderwerp vanuit zijn eigen expertise en ervaringen.
Lees verderTNN - 2022, nummer Special, maart 2022
Peter van Rijn , Jeroen Beekwilder
Iedereen kan een migraineaanval krijgen, maar dat risico is niet bij iedereen even groot. Er is een erfelijke component die hierbij een rol speelt. Ook van hormonen is bekend dat zij gelinkt kunnen worden aan het risico op migraineaanvallen. In een interview delen prof. Gisela Terwindt en arts-onderzoekers Irene de Boer en Iris Verhagen van het LUMC hun inzichten en onderzoeksactiviteiten op dit gebied.
Lees verderTNN - 2022, nummer Special, maart 2022
dr. Wandana Nanhoe
Begrip van het patiëntperspectief van een leven met migraine is essentieel voor een aandoening die wereldwijd de tweede belangrijkste oorzaak is van een beperking.1 Met de recentelijk explosief toegenomen wetenschappelijke aandacht voor hoofdpijn komen er steeds meer behandelopties voor patiënten beschikbaar. Een optimale inzet van dit behandelarsenaal vraagt om kennis van de verschillende manieren waarop migraine invloed heeft op patiëntenlevens. Dr. Mariëlle Padberg (neuroloog, Martini Ziekenhuis, Groningen) licht dit onderwerp verder toe.
Lees verderTNN - 2022, nummer Special, maart 2022
Peter van Rijn , Jeroen Beekwilder
Hoewel de pathofysiologie ervan nog niet volledig is opgehelderd, wordt migraine gezien als een neurovasculaire aandoening waarbij de trigeminale afgifte van het krachtige, vasodilatoire neuropeptide calcitonine-gen-gerelateerd peptide (CGRP) betrokken is.1,2 CGRP is overvloedig aanwezig in perivasculaire zenuwuiteinden van de trigeminuszenuw. Dit proces wordt gevolgd door craniële arteriële vasodilatatie, trigeminus nociceptie en ontstekingsreacties.3 Migraine wordt beschouwd als de belangrijkste oorzaak van invaliditeit bij personen onder de 50 jaar, vooral vrouwen, en heeft een dramatische impact op samenlevingen en economieën.4,5 Deze maatschappelijke last benadrukt het belang en de behoefte aan effectieve en goed te verdragen medicatie om migrainehoofdpijn te voorkomen en te behandelen. In dit artikel wordt ingegaan op de behandeling van migraine en de farmacologische aspecten van de huidige beschikbare antimigrainemiddelen. In een interview deelt prof. dr. Antoinette Maassen van den Brink (Erasmus MC, Rotterdam) haar visie op farmacologische aspecten van de huidige en toekomstige behandeling van migraine.
Lees verder