NEUROLOGIE

Dwarslaesie na besnijdenis; de stage Tropische neurologie in Tanzania

TNN - jaargang 122, nummer 7, november 2021

S.I.P.J. de Faber , dr. S.F.T.M. de Bruijn , prof. dr. H.C. Weinstein , dr. M.C.J. Dekker

SAMENVATTING

Hoewel in Tanzania 20% van alle ziekenhuisopnames van neurologische aard is, is er in dit land maar 1 neuroloog per 7,5 miljoen inwoners. Een stage Tropische neurologie tijdens de opleiding neurologie biedt een kans om aandoeningen te leren kennen die in Nederland niet of nauwelijks voorkomen. Het onderscheidende kenmerk is besluitvorming en diagnosestelling op basis van neurologisch onderzoek, aangevuld met beperkte hulpmiddelen. Inzicht in epidemiologie, leefomstandigheden en lokale gebruiken zijn daarbij een belangrijk hulpmiddel. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van een Tanzaniaanse patiënt bij wie tijdens een besnijdenisritueel myelumcompressie optrad ten gevolge van spinale tuberculose. Na behandeling met tuberculostatica was er volledig herstel.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(7):301–4)

Lees verder

De patiënt met zwakte op de IC: een praktische aanpak

TNN - jaargang 122, nummer 6, oktober 2021

drs. M.I. Bergkamp , dr. N. van Alfen

SAMENVATTING

Zwakte bij patiënten op de afdeling Intensive Care (IC) is een veelvoorkomend probleem en treft bijna de helft van de IC-patiënten. In dit overzicht worden achtergrondinformatie en adviezen gegeven voor de praktijk ten aanzien van de differentiaaldiagnose en het aanvullend onderzoek bij patiënten met zwakte op de IC. Bij het onderscheid tussen ‘critical illness’-polyneuropathie en -myopathie is elektromyografisch onderzoek, inclusief directe spierstimulatie, aanbevolen. Streven naar normoglykemie en al op de IC vroeg starten met fysiotherapie verbeteren mogelijk de uitkomst bij deze patiënten.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(6):243-50)

Lees verder

Een score van 13 op de Glasgow-comaschaal: matig-ernstig of licht traumatisch hoofdletsel?

TNN - jaargang 122, nummer 5, september 2021

dr. G. Hageman , dr. J. Nihom

SAMENVATTING

Bij de oorspronkelijke Glasgow-comaschaal werden patiënten met een score van 13 (GCS 13) ingedeeld in de categorie matig-ernstig traumatisch hoofdletsel. Sinds 2001 wordt een GCS-score van 13 gerekend tot de categorie licht traumatisch hoofdletsel. In dit artikel wordt ingegaan op het klinisch beeld en het beloop, CT-afwijkingen, ziekenhuisopname, neurochirurgische interventie en mortaliteit bij de groep patiënten met een GCS-score 13. Patiënten met een score van 13 hebben vaker dan degenen met een score van 14–15 een doorgemaakte bewustzijnsstoornis of een posttraumatische amnesie. Patiënten met een GCS-score 13 vertonen veel vaker dan patiënten met een GCS-score 14–15 afwijkingen op CT-scans. Bijna alle patiënten met een score van 13 worden in het ziekenhuis opgenomen, in 10–50% van de gevallen op de afdeling Intensive Care. Bij bijna 18% treedt een klinische achteruitgang op, en bij 5% is een neurochirurgische ingreep nodig. De mortaliteit onder patiënten met een GCS-score 13 bedraagt 5%. Het klinisch beeld en de uitkomsten bij patiënten met een GCS-score 13 komen dus meer overeen met de categorie matig-ernstig traumatisch hoofdletsel. In de discussie wordt het beleid bij deze patiënten besproken; er bestaat geen Nederlandse richtlijn voor matig-ernstig traumatisch hoofdletsel.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(5):192-6)

Lees verder

Neurologische bijwerkingen van immuuntherapie met checkpoint-remmers

TNN - jaargang 122, nummer 4, juni 2021

dr. M. Geurts , dr. A.A.M. van der Veldt , prof. dr. M.J. van den Bent

SAMENVATTING

Ernstige neurologische bijwerkingen van immuuntherapie met checkpointremmers zijn zeldzaam (<1%), maar met het toenemende gebruik van deze middelen nemen ook de absolute aantallen van patiënten met neurologische bijwerkingen toe. (Leptomeningeale) metastasen zijn de belangrijkste differentiaaldiagnostische overweging. Neuromusculaire bijwerkingen komen vaker voor dan centrale bijwerkingen, en worden geclassificeerd als neuropathie, myastenie of myopathie. De presentatie van deze aandoeningen is echter vaak atypisch, en er is een hoge morbiditeit en mortaliteit. Het tijdig herkennen en behandelen van neurologische bijwerkingen van checkpointremmers is dan ook essentieel voor een vlot en volledig herstel. De behandeling van ernstige neurologische bijwerkingen bestaat uit het staken van de checkpointremmers en het geven van een hoge dosis corticosteroïden. (TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(4):139-45)

Lees verder

Neurologische manifestaties van COVID-19

TNN - jaargang 122, nummer 3, mei 2021

dr. M.C. Brouwer

SAMENVATTING

COVID-19 is een ernstige virale infectie van de luchtwegen die wordt gekenmerkt door dyspneu, en in ernstige gevallen gepaard gaat met een ontregelde immuunrespons die tot multi-orgaanfalen en trombotische complicaties kan leiden. Neurologische klachten bij COVID-19 bestaan uit hoofdpijn, spierpijn, reukverlies en een gedaald bewustzijn. Neurologische complicaties bestaan onder andere uit een hypoxische of metabole encefalopathie, postinfectieuze inflammatoire syndromen, zoals het syndroom van Guillain-Barré en acute gedissemineerde encefalomyelitis, en cerebrovasculaire complicaties. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de neurologische symptomen en complicaties die optreden bij COVID-19.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(3):92-6)

Lees verder

‘Lessons learned’: één jaar COVID-19 en multiple sclerose

TNN - jaargang 122, nummer 3, mei 2021

dr. E.M.P.E. Zeinstra

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(3):97)

Lees verder

MS en COVID-19: een overzicht

TNN - jaargang 122, nummer 3, mei 2021

drs. F.C. Loonstra , dr. E. Hoitsma , dr. Z.L.E. van Kempen , dr. J. Killestein , dr. J.P. Mostert , MS-werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie

SAMENVATTING

Begin 2020 zorgde de COVID-19-pandemie voor cruciale vragen en behandeldilemma’s bij multiple sclerose (MS), aangezien MS-patiënten door het gebruik van ziektemodulerende therapie (ZMT) tot een mogelijke risicogroep behoren. Verschillende cohorten hebben aangetoond dat de ernst van COVID-19 niet negatief beïnvloed lijkt te worden door ZMT’s, behoudens een mogelijk toegenomen risico op een ernstig beloop bij anti-CD20-therapieën. Voor inductietherapieën zoals alemtuzumab is nog onvoldoende informatie beschikbaar. Risicofactoren die zijn geassocieerd met een ernstig COVID-19-beloop bij MS zijn, net als in de algemene COVID-19-populatie: hoge leeftijd, mannelijk geslacht en comorbiditeit (onder meer obesitas). MS-specifieke risicofactoren zijn hoge invaliditeit, progressieve MS en recente (<1 maand) intraveneuze toediening van methylprednisolon. Op basis van de huidige data lijkt er geen relatie te zijn tussen ZMT-geïnduceerde lymfocytopenie en ernst van COVID-19. Momenteel lopen er meerdere onderzoeken naar immuniteit na een infectie met ‘severe acute respiratory syndrome coronavirus 2’ en na vaccinaties bij MS-patiënten die met ZMT’s worden behandeld.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(3):98-105)

Lees verder