TNN - jaargang 125, nummer 5, september 2024
M.T. Wijburg , dr. J.P. Mostert , dr. J. Killestein , dr. C.T.J. Michels , dr. M.L. Molag , dr. J.J.F.M. Smolders , dr. B.A. de Jong , namens de werkgroep Richtlijn Multiple Sclerose van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie
Januari jongstleden is het nieuwe addendum bij de richtlijn Multiple Sclerose (MS), op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, verschenen. Bestaande modules, zoals die over ziektemodulerende behandeling en zwangerschap, zijn geüpdatet naar de recentste inzichten. Daarnaast zijn nieuwe modules opgenomen, waaronder screening en veiligheidsmonitoring (inclusief vaccinaties), autologe stamceltherapie en doelmatigheid. In dit artikel worden de belangrijkste veranderingen en adviezen in de richtlijn uiteengezet, en worden enkele praktische adviezen besproken.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(5):216–20)
Lees verderTNN - jaargang 125, nummer 4, juni 2024
drs. A.T. Bosch , dr. R.H.C. Lazeron , dr. F.S. Leijten , dr. R.D. Thijs
Er komen steeds meer apparaten op de markt voor aanvalsdetectie bij epilepsie. Onderzoeken tonen aan dat focaal naar bilateraal tonisch-klonische of gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen betrouwbaar kunnen worden gedetecteerd, vooral in de nacht. Voor 2 van de in Nederland en Vlaanderen beschikbare apparaten zijn er inmiddels validatiestudies met voldoende bewijskracht. De belangrijkste indicatie voor aanvalsdetectie is het hebben van een verhoogd risico op complicaties van een aanval, zoals verwondingen, status epilepticus of ‘sudden unexpected death in epilepsy’. Patiënten met nachtelijke tonisch-klonische aanvallen die alleen slapen zijn daarmee de belangrijkste doelgroep voor aanvalsdetectie. Hierbij is het van belang dat er iemand is die de alarmen daadwerkelijk opvolgt, om schadelijke situaties te voorkomen. Wanneer een aanvalsdetectieapparaat wordt overwogen, is het waardevol de verwachtingen van de patiënt en naasten te bespreken voor de juiste implementatie.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(4):158–65)
Lees verderTNN - jaargang 125, nummer 4, juni 2024
dr. R.J. Lamberts
Ongeveer 30% van de epilepsiepatiënten heeft een refractaire epilepsie; het is dan niet mogelijk om aanhoudende aanvalsvrijheid te bereiken ondanks 2 adequaat gekozen en gedoseerde anti-aanvalsmedicijnen als monotherapie of in combinatie.1 Juist deze groep loopt risico op de complicaties van (aanhoudende) aanvallen zoals verwondingen, een status epilepticus of ‘sudden unexpected death in epilepsy’ (SUDEP).
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2024;125(4):156–7)
Lees verderTNN - jaargang 124, nummer 8, december 2023
N.M. van der Kolk , dr. S.K.L. Darweesh , M. Munneke , prof. dr. B.R. Bloem
De ziekte van Parkinson en parkinsonisme zijn chronische progressieve neurologische aandoeningen zonder curatieve behandelopties. De prevalentie van beide stijgt, met een toenemende zorgconsumptie door ziektespecifieke beperkingen en complicaties als gevolg. Recent onderzoek toont aan dat behandeling door gespecialiseerde zorgverleners het aantal complicaties bij mensen met de ziekte van Parkinson aanzienlijk vermindert. Het landelijke ParkinsonNet-netwerk, dat zorgdraagt voor het trainen en bijscholen van de betrokken zorgverleners, viel tot voor kort buiten de reguliere zorgbekostiging. Met de nieuwe regeling voor algemene diensten ten behoeve van verzekerde zorg is hier verandering in gekomen en is bekostiging van zorgnetwerkorganisatie een vast onderdeel van de zorgkosten. Dit biedt mogelijkheden voor de financiering van andere ketenzorgorganisaties voor mensen met andere chronische aandoeningen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(8):345–8)
Lees verderTNN - jaargang 124, nummer 8, december 2023
prof. dr. H.J.M. Majoie , dr. T.H.P. Draak , dr. R.H.C. Lazeron , dr. J.H van Tuijl , dr. P. Klarenbeek
Epilepsie is een veelvoorkomende aandoening. De ontwikkelingen op diagnostisch en behandelgebied zijn talrijk. Om kwaliteit van zorg in dit veranderende spectrum te borgen, zijn op de actualiteit gebaseerde richtlijnen nodig. De richtlijn Epilepsie bestaat uit 26 modules. Op 4 oktober 2023 zijn de geactualiseerde modules van deze richtlijn online beschikbaar gekomen. In dit artikel wordt beschreven wat er nieuw is ten opzichte van de vorige versie van de richtlijn, en wat de consequenties zijn voor de dagelijkse praktijk.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(8):340–4)
Lees verderTNN - jaargang 124, nummer 6, oktober 2023
dr. H.S. Goedee , drs. F. Eftimov , prof. dr. P.A. van Doorn
Typische chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP) en varianten vormen een complex spectrum van chronische immuungemedieerde polyneuropathieën, met een variabel beloop en behandelrespons. De nieuwe internationale EAN/PNS-richtlijn CIDP bevat een nieuwe classificatie, uitgebreide overweging voor de diagnostiek en een stappenplan voor de behandeling. Bij een compatibele klinische presentatie zijn bloedonderzoek en EMG de belangrijkste diagnostische pijlers voor de uiteindelijke diagnose CIDP. Zenuwechografie en MRI, en een duidelijk verhoogde concentratie eiwit in liquor kunnen in belangrijke mate bijdragen aan het identificeren van patiënten met CIDP als deze niet aan de EMG-criteria voldoen. Er zijn echter klinische ‘mimics’ die moeten worden overwogen bij de interpretatie van aanvullend onderzoek en bij een afwijkend beloop na behandeling. De medicamenteuze behandeling van CIDP is met name gericht op adequate immuuntherapie en gebruik van gevalideerde uitkomstmaten om de effectiviteit en noodzaak tot continueren regelmatig te evalueren. Raadpleeg de CIDP-expertisecentra laagdrempelig bij twijfel over de diagnose, bij CIDP-varianten en bij langdurige behandelingen. Bij langdurige onderhoudsbehandeling moet regelmatig worden getoetst of dit nog nodig is, omdat een belangrijk deel van de CIDP-patiënten in remissie komt.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(6):245–53)
Lees verderTNN - jaargang 124, nummer 6, oktober 2023
dr. J.G.J. Hoeijmakers
Editorial bij de bijdrage van Goedee et al. getiteld ‘EAN/PNS-richtlijn: nieuwe classificatie, diagnostiek en behandeling van CIDP’, Tijdschr Neurol Neurochir 2023;124(6):245-53.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2023;124(6):243–4)
Lees verder