FARMACOTHERAPIE

Ingezonden brief

TNN - jaargang 120, nummer 5, oktober 2019

drs. T. Balvers , drs. J.A. Pijpers , dr. R. Fronczek , dr. G.M. Terwindt , prof. dr. M.D. Ferrari

Lees verder

Levodopa en ziekteprogressie bij de ziekte van Parkinson

TNN - jaargang 120, nummer 4, augustus 2019

S.R. Suwijn , drs. C.V.M. Verschuur , dr. J.A. Boel , dr. B. Post , prof. dr. B.R. Bloem , prof. dr. B.J. van Hilten , prof. dr. T. van Laar , dr. G. Tissingh , dr. A.G. Munts , prof. dr. R.M.A. de Bie

SAMENVATTING

Hoewel levodopa sinds bijna 60 jaar het meest gebruikte, goedkoopste en effectiefste medicijn is voor de ziekte van Parkinson, bestaat er twijfel of levodopa de ziekteprogressie verandert. Onlangs zijn de resultaten van een Nederlandse gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde, multicenter, uitgestelde- startstudie gepubliceerd. De bevindingen van deze studie wijzen erop dat levodopa de ziekteprogressie bij de ziekte van Parkinson niet verandert, maar dat vroege start met levodopa wel gepaard gaat met een vermindering van de symptomen en een verbetering van de kwaliteit van leven gedurende de observatieperiode. Wij adviseren niet terughoudend te zijn met het starten van levodopa bij de beginnende ziekte van Parkinson.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2019;120(4):133–40)

Lees verder

Behandeling van het cerebraal gemetastaseerde melanoom

TNN - jaargang 120, nummer 3, juni 2019

drs. L.L. Verhoeff , dr. R.H.T. Koornstra , dr. J.M.M. Gijtenbeek

SAMENVATTING

Hersenmetastasen komen frequent voor bij het melanoom. In de afgelopen jaren zijn er veel ontwikkelingen geweest (en gaande) omtrent de behandeling van het gemetastaseerde melanoom, ook van hersenmetastasen. Naast de lokale behandeling met chirurgie, stereotactische bestraling of totale schedelbestraling, is er ook ruimte voor behandeling met doelgerichte therapie en immuuntherapie. In dit artikel worden 2 patiënten met een cerebraal gemetastaseerd melanoom beschreven, gevolgd door een overzicht van de tot op heden gerapporteerde resultaten van de behandeling van hersenmetastasen. Een overzicht van patiënten die in de afgelopen jaren zijn behandeld in het Radboudumc laat de beste behandelresultaten zien bij asymptomatische patiënten, maar ook aanhoudende respons bij symptomatische patiënten.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2019;120(3):94–100)

Lees verder

Onabotulinetoxine-A en chronische migraine: werkingsmechanisme, indicaties, resultaten en bijwerkingen

TNN - jaargang 120, nummer 2, april 2019

A. Lamon , P.M.E. Proot

SAMENVATTING

Chronische migraine (CM) treft 1–3% van de bevolking en heeft een belangrijke impact op fysiek, sociaal en professioneel vlak. De pathofysiologie van CM is nog niet volledig bekend. In dit artikel wordt de hypothese van het werkingsmechanisme van onabotulinetoxine-A (OBOT-A) op CM toegelicht. OBOT-A werd goedgekeurd als profylacticum bij CM in België in 2010, Nederland volgde in 2015. OBOT-A is geïndiceerd voor de patiënt met CM bij wie minstens 3 profylactica faalden. De behandeling bestaat uit intramusculaire injecties ter hoogte van het gelaat en de nek; deze worden om de 12 weken toegediend. Na 24 weken (2 cycli) werd een reductie gezien van gemiddeld 9 hoofdpijndagen per maand met een verschil van 2 dagen ten opzichte van placebo. Er werd een toenemend gunstig effect aangetoond tot 108 weken na start van de behandeling. De behandeling is veilig en wordt goed verdragen. 35% van de patiënten heeft na 5 cycli minstens 1 bijwerking gerapporteerd. De meest frequente bijwerkingen zijn: nekpijn, ooglidptosis, spierstijfheid en pijn op de injectieplaats. De bijwerkingen nemen na verloop van tijd af.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2019;120(2):53–8)

Lees verder

Nieuwe inzichten in de pathobiologie van de ziekte van Parkinson en mogelijkheden voor farmacotherapie

TNN - jaargang 118, nummer 3, september 2017

J.M. den Heijer , G. van Amerongen , mw. dr. E.P. ‘t Hart , prof. dr. T. van Laar , prof. dr. J.J. van Hilten , prof. dr. G.J. Groeneveld

SAMENVATTING

De huidige behandeling van de ziekte van Parkinson (ZvP) is met name gericht op het dopaminerge systeem en werkt uitsluitend symptomatisch, terwijl het beeld van de ZvP als degeneratieve aandoening van de substantia nigra heeft plaatsgemaakt voor een multisysteemaandoening. Het ontdekken van genetische risicofactoren en het ontrafelen van de onderliggende processen die hierbij betrokken zijn, leiden tot nieuwe inzichten in de pathobiologie van de ziekte. Dit biedt een groeiend aantal mogelijkheden om gerichte farmacotherapie te ontwikkelen. Dit artikel geeft een overzicht van deze nieuwe inzichten in de pathobiologie van de ZvP en de mogelijkheden voor ‘disease-modifying’ farmacotherapie.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2017;118(3):102–9)

Lees verder

De behandeling van een exacerbatie van multiple sclerose met methylprednisolon: intraveneus of oraal?

TNN - jaargang 117, nummer 3, september 2016

dr. J.P. Mostert , M.M.M. Geleedst-de Vooght , D.J. Heersema

Samenvatting

Het is gebruikelijk om exacerbaties van multiple sclerose te behandelen met methylprednisolon intraveneus. Er is al langere tijd een discussie gaande of orale corticosteroïden net zo effectief zijn. De afgelopen jaren zijn meerdere onderzoeken gepubliceerd waarin het gebruik van oraal en intraveneus methylprednisolon met elkaar is vergeleken. Er zijn geen klinisch relevante verschillen gevonden in de effectiviteit tussen behandeling van een exacerbatie met methylprednisolon i.v. of oraal. Exacerbaties van multiple sclerose kunnen behandeld worden met methylprednisolon oraal.

(Tijdschr Neurol Neurochir 2016;117(3):120-3)

Lees verder

De medicamenteuze behandeling van visuele hallucinaties bij de ziekte van Parkinson

TNN - jaargang 117, nummer 1, maart 2016

T.J.M. van Mierlo , prof. dr. R.M.A. de Bie , dr. E.M.J. Foncke

Samenvatting

Visuele hallucinaties bij de ziekte van Parkinson zijn een onafhankelijke voorspeller voor cognitieve achteruitgang en verpleeghuisopname, en vormen een uitdaging voor de behandelaar. Visuele hallucinaties ontwikkelen zich op termijn tot een parkinson-geassocieerde psychose, waarbij er geen inzicht meer is om ze van de werkelijkheid te onderscheiden. Clozapine is de behandeling van eerste keuze bij een dergelijke psychose. Vroege medicamenteuze behandeling is waarschijnlijk gunstiger voor het ziektebeloop. Het ontstaan van visuele hallucinaties markeert misschien het juiste moment voor behandeling met cholinesteraseremmers.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2016;117(1):25–31)

Lees verder