FARMACOTHERAPIE

Transcraniële magnetische stimulatie als biomarker voor epilepsie en het effect van anti-epileptica

TNN - jaargang 114, nummer 4, december 2013

M.A.M. Munneke , M.J. Zwarts , dr. G.H. Visser , D.F. Stegeman , B.U. Kleine

Samenvatting

Abnormale excitatie en exciteerbaarheid van de hersenschors zijn kenmerken van epilepsie. Een directe manier om exciteerbaarheid te meten is transcraniële magneetstimulatie (TMS). Bij epilepsie geeft TMS informatie over het epileptische netwerk en het effect van medicatie daarop. Verbetering van de intracorticale inhibitie kort na het starten van een anti-epilepticum is voorspellend voor de klinische respons in het jaar nadien.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:165-70)

Lees verder

Farmacologische behandeling van neuropathische pijn

TNN - jaargang 114, nummer 3, september 2013

prof. dr. G.J. Groeneveld , dr. J.L.M. Jongen

Samenvatting

Neuropathische pijn komt veel voor en reageert vaak slecht op farmacologische behandeling. Kennis van de evidence based richtlijnen voor de behandeling, maar ook van de pathofysiologie van neuropathische pijn en de farmacologie van de geneesmiddelen die gebruikt kunnen worden zijn van belang voor een goede behandeling van de patiënt met neuropathische pijn.(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:119-129)

Lees verder

Contactactivatie en arteriële trombose

TNN - jaargang 113, nummer 6, december 2012

drs. B. Siegerink , dr. J.W.P. Govers-Riemslag , prof. dr. F.R. Rosendaal , prof. dr. H. Ten Cate , prof. dr. A. Algra

Samenvatting

Achtergrond: Lang werd gedacht dat de intrinsieke stollingseiwitten geen grote rol speelden bij hemostase. Nieuw onderzoek wijst echter uit dat zij mogelijk betrokken zijn bij het ontstaan van arteriële trombose. Dit onderzoek heeft als doel te bepalen of verhoogde activering van deze eiwitten inderdaad een risicofactor is voor het optreden van een hart- of herseninfarct bij jonge vrouwen en of pilgebruik hierbij een versterkende factor is.

Methoden en resultaten: Het Risk of Arterial Thrombosis in relation to Oral contraceptivesstudie is een patiëntcontroleonderzoek onder jonge vrouwen (18–50 jaar) met een hartinfarct (n=205), herseninfarct (n=175) en 638 gezonde controles. De activatie van de intrinsieke stollingseiwitten werd gemeten via zogenoemde remmercomplexen. Deze complexen worden gevormd door de binding van de fysiologische C1-esteraseremmer die in overmaat voorkomt aan geactiveerde stollingseiwitten van het contactsysteem (FXIIa-C1-INH, FXIa-C1-INH, kallikreïne-C1-INH-complexen) in het lichaam. FXIa kan ook binden aan de antitrypsineremmer en vormt zo het FXIa-AT-INH-complex. We berekenden ‘odds ratio’s’ (OR) en de bijbehorende betrouwbaarheidsintervallen (95% BI) met logistische regressie als maat voor relatieve risico’s. Hoge activering van de stollingseiwitten (>90e percentiel van de controles) was geassocieerd met een verhoogd risico op herseninfarct: FXIIa-C1-INH (OR 2,1; 95% BI 1,3–3,5), FXIa-C1-INH (2,8; 1,6–4,7), FXIa-AT-INH (2,3; 1,4–4,0), kallikreïne-C1-INH (4,3; 2,6–7,2). Het risico op hartinfarct was niet duidelijk verhoogd; alleen hoge activering van kallikreïne-C1-INH gaf een matig verhoogd risico (1,5; 0,9–2,5). Deze effecten waren het sterkst bij vrouwen die orale anticonceptiva gebruikten.

Conclusies: Activering van intrinsieke stollingseiwitten is geassocieerd met herseninfarct en in beperkte mate met hartinfarct. Alhoewel dit risico sterk was verhoogd bij vrouwen die orale anticonceptiva gebruikten, lijkt het niet zinvol om hiervoor te screenen als middel ten behoeve van primaire dan wel secundaire preventie.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:270-78)

Lees verder

Levodopa bij de ziekte van Parkinson: toxisch of neuroprotectief?

TNN - jaargang 113, nummer 5, oktober 2012

drs. C.V.M. Verschuur , prof. dr. J.J. van Hilten , prof. dr. T. van Laar , dr. B. Post , dr. G. Tissingh , prof. dr. R.M.A. de Bie

Samenvatting

Levodopa wordt algemeen beschouwd als het meest effectieve medicijn voor de ziekte van Parkinson. In de praktijk is men echter vaak terughoudend met het voorschrijven. Het starten van behandeling wordt uitgesteld en de dosering wordt zo laag mogelijk gehouden. De in het verleden bestaande bezwaren tegen het vroeg starten van levodopa blijken echter ongegrond en er zijn zelfs aanwijzingen dat het vroeg starten van levodopa een positief functioneel effect kan hebben op het ziektebeloop. Om meer duidelijkheid te verkrijgen over de eventueel positieve en negatieve aspecten van het vroeg starten van levodopa zijn de auteurs een nationaal onderzoek gestart.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:218-22)

Lees verder

Carbamazepine en de kans op ernstige huidreacties

TNN - jaargang 113, nummer 3, juni 2012

dr. J. Nicolai

Samenvatting

Een van de zeer ernstige bijwerkingen van carbamazepine is het ontwikkelen van een stevens-johnsonsyndroom of een toxisch epidermale necrolyse. Dit risico is relatief hoog bij bepaalde humane leukocytenantigenen (HLA)-typeringen, met name bij HLA-B*1502 positiviteit. In West-Europa komt dit nauwelijks voor bij de autochtone bevolking. In Zuidoost-Azië is de frequentie van HLA-B*1502 daarentegen relatief hoog. In een prospectieve studie is bewezen dat screening op HLA-B*1502 zeer effectief is om deze ernstige huidreacties te voorkomen. In dit artikel wordt de huidige stand van zaken op het gebied van HLA-typen en ernstige huidreacties na carbamazepine besproken en advies gegeven hoe dit zo goed mogelijk te voorkomen.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:133-4)

Lees verder

Fingolimod bij multiple sclerose: een praktische richtlijn

TNN - jaargang 113, nummer 2, april 2012

G.J.D. Hengstman , prof. dr. R.M.M. Hupperts , dr. E.Th.L. van Munster , drs. T.A.M. Siepman , dr. S.T.F.M. Frequin , B. de Jong , dr. J. Killestein , E.A.C.M. Sanders

Samenvatting

Fingolimod is het eerste orale immuunmodulerende middel dat geregistreerd is voor de behandeling van relapsing remitting multipele sclerose. Naast een duidelijk gunstig effect op het beloop van multipele sclerose heeft het middel ook enkele potentieel nadelige effecten waarmee men in de dagelijkse praktijk rekening moet houden. Zo dient er aandacht te zijn voor het optreden van bradycardieën en atrioventriculaire geleidingsstoornissen na de eerste gift, macula-oedeem, een verhoogde kans op met name herpesinfecties, huidmaligniteiten, gestoorde leverfuncties, hypertensie en een verminderde longfunctie. In een consensusbijeenkomst is door een groep van neurologen met bijzondere expertise op het gebied van multipele sclerose een praktische richtlijn opgesteld omtrent het veilig en verantwoord gebruik van dit middel. Deze richtlijn is voor zover mogelijk gebaseerd op gegevens verkregen uit diverse klinische studies.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2012;113:82-9)

Lees verder

Preventief gebruik van antibiotica bij patiënten met een beroerte

TNN - jaargang 113, nummer 1, februari 2012

drs. J-D. Vermeij , drs. W.F. Westendorp , prof. dr. D.W.J. Dippel , prof. dr. D. van de Beek , dr. P.J. Nederkoorn

Samenvatting

Infecties komen vaak voor na een beroerte, met incidenties variërend van 5 tot 65%. Deze hoge incidentie wordt enerzijds veroorzaakt door de slechte klinische conditie van de patiënt en anderzijds waarschijnlijk ook door een verminderde afweer na het doormaken van een beroerte (‘stroke-induced immunodepression’). Het doormaken van een infectie, zoals een longontsteking of een urineweginfectie, is een onafhankelijke voorspeller voor een slechte uitkomst na een beroerte. In de dagelijkse praktijk worden patiënten die na een beroerte een infectie oplopen zo snel mogelijk behandeld met antibiotica. In een meta-analyse van vier gerandomiseerde studies is aangetoond dat het preventief toedienen van antibiotica aan patiënten met een beroerte het aantal infecties significant vermindert. Of hiermee ook de functionele uitkomst verbetert, is echter nog niet bekend. Dit wordt momenteel onderzocht in de Preventive Antibiotics in Stroke Study (PASS).
(Tijdschr Neurol Neurochir 2012;113:31-6)

Lees verder