NEUROCHIRURGIE

Klapvoet door nervus peroneus-‘entrapment’: een conservatieve aanpak of heelkundige decompressie?

TNN - jaargang 122, nummer 6, oktober 2021

dr. C. Oosterbos , dr. T. Decramer , dr. S. Rummens , dr. F. Weyns , dr. J. Ceuppens , dr. J. Groen , prof. dr. J. van Loon , prof. dr. R. Lemmens , prof. dr. T. Theys

SAMENVATTING

Nervus peroneus-‘entrapment’ is een veelvoorkomende oorzaak van een klapvoet. De specifieke anatomie van de zenuw maakt deze erg gevoelig voor compressie ter hoogte van de fibulakop. De diagnose wordt gesteld op basis van klinisch onderzoek, elektrofysiologie en beeldvorming. De etiologie van peroneus-neuropathie is erg uiteenlopend en omvat neuropathieën ten gevolge van (extreem) gewichtsverlies, idiopathische en traumatische neuropathieën, neuropathieën ten gevolge van compressie door cysten en tumoren, knielen, bracing, gips en habitueel kruisen van de benen, alsook iatrogene en metabole neuropathieën. In dit artikel wordt een overzicht geboden van peroneus-neuropathie, met een vergelijking van de resultaten van chirurgische en conservatieve behandeling voor nervus peroneus-‘entrapment’.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(6):251-9)

Lees verder

Neurochirurgie en het medisch tuchtrecht: een analyse van 10 jaar tuchtrechtelijke uitspraken in Nederland

TNN - jaargang 122, nummer 5, september 2021

W.J. Dronkers BSc, mr. Q.J.M.A. Amelink , dr. mr. D.R. Buis , dr. mr. M.L.D. Broekman , drs. J.K.H. Spoor

SAMENVATTING

Neurochirurgie wordt van oudsher beschouwd als een hoog-risicospecialisme, waarbij sommige neurochirurgen tijdens hun carrière te maken krijgen met klachten. Tuchtklachten die in de periode 2009 tot en met 2019 zijn ingediend tegen neurochirurgen in Nederland en ter zitting zijn behandeld zijn voor dit artikel geanalyseerd. In totaal zijn in deze periode 57 zaken aanhangig gemaakt (40 zaken in eerste aanleg, 17 in hoger beroep). De meeste klachten hadden betrekking op wervelkolomchirurgie, gevolgd door craniële neurochirurgie, periferezenuwchirurgie, en kinderneurochirurgie. Klachten hadden vooral betrekking op pre- en perioperatieve zorg. In eerste aanleg werden klachten in 70% ongegrond verklaard. Maatregelen die werden opgelegd waren waarschuwingen en berispingen. Geconcludeerd kan worden dat het risico op een tuchtklacht voor de individuele neurochirurg laag, maar niet verwaarloosbaar is. Het relatief grote aantal tuchtklachten dat betrekking heeft op het delen van informatie suggereert dat er specifieke verbeteringen kunnen worden aangebracht, gericht op communicatie, om het risico op toekomstige rechtszaken te verlagen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(5):197-204)

Lees verder

De DREZ-operatie: een laatste optie voor patiënten met plexus-brachialisavulsiepijn?

TNN - jaargang 122, nummer 4, juni 2021

R.K. Noordhof BSc, dr. J. Doorduin , dr. D.J.H.A. Henssen , drs. H. Moser , drs. S. Vinke , dr. E. Kurt

SAMENVATTING

Bij een plexus-brachialisavulsie (PBA) is sprake van een avulsie van 1 of meerdere plexuswortels uit het ruggenmerg. Naast neurologische uitvalsverschijnselen kan dit leiden tot pijn in de aangedane arm. Met name de plotse pijnscheuten hebben grote invloed op de kwaliteit van leven van patiënten. Een van de behandelmogelijkheden is selectief laesies aanbrengen in de ‘dorsal root entry zone’. In de periode 2016–2020 hebben 14 patiënten in het Radboudumc in Nijmegen een DREZ-operatie ondergaan vanwege therapieresistente, chronische PBA-pijn. In dit artikel worden de resultaten bij deze 14 patiënten gepresenteerd en toegelicht aan de hand van de literatuur.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(4):146-54)

Lees verder

Gynaecologische instrumenten voor de neurochirurgie: gebruik van de vacuümcup bij een pingpong-fractuur

TNN - jaargang 122, nummer 2, maart 2021

drs. N. Denneman , drs. H. Arnts , dr. mr. D.R. Buis , dr. K.M. Slot , dr. R.C. Painter , dr. R. van de Vrie , prof. dr. W.P. Vandertop

SAMENVATTING

Een gesloten impressiefractuur van de schedel bij een zuigeling, ook wel pingpong-fractuur genoemd, is een zeldzame diagnose. Vaak ontstaan deze fracturen rondom de bevalling, bijvoorbeeld als gevolg van een kunstverlossing of doordat een hand of voet van de neonaat tijdens de bevalling compressie geeft op de eigen schedel. In zeldzame gevallen zijn de fracturen het gevolg van stomp hoofdletsel. De behandeling van een gesloten impressiefractuur van de schedel is afhankelijk van de ernst van de indeuking en aanwezigheid van intracraniële afwijkingen. In dit artikel wordt een zuigeling van drie weken oud beschreven met een pingpong-fractuur na een hoofdtrauma. Het meisje werd succesvol, zonder complicaties behandeld met een vacuümcup. Deze non-invasieve behandeling is een elegante methode voor cosmetische reconstructie van de schedel. Aan de hand van deze casus en ondersteunende literatuur adviseren wij om bij zuigelingen met een cosmetisch storende impressiefractuur van de schedel zonder intracraniële afwijkingen deze vacuümmethode te overwegen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(2):58-61)

Lees verder

Hypertoon zout versus mannitol bij ernstig traumatisch hersenletsel

TNN - jaargang 122, nummer 1, februari 2021

S. Dietvorst , F. Poncelet , prof. dr. B. Depreitere , prof. dr. G. Meyfroidt

SAMENVATTING

Hyperosmolaire oplossingen worden al lang gebruikt om de intracraniële druk te doen dalen bij ernstig traumatisch hersenletsel. Er zijn verschillende oplossingen in gebruik, waarvan mannitol en hypertoon zout de belangrijkste zijn. Zowel mannitol als hypertoon zout is bewezen effectief om de intracraniële druk te verlagen. Hoewel er een debat woedt over eventuele voordelen van het ene product ten opzichte van het andere, ontbreekt bewijs dat de uitkomsten op langere termijn verschillen. De beschikbare literatuur is beperkt door kleine patiëntengroepen, verschil in opzet van de studies en verschillende concentraties en combinaties van oplossingen, waardoor deze studies moeilijk kunnen worden vergeleken.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2021;122(1):11-5)

Lees verder

De chirurgische behandeling van periferezenuwschwannomen

TNN - jaargang 121, nummer 6, december 2020

drs. A. Kloet , dr. G.C.W. de Ruiter

SAMENVATTING

Het schwannoom is het meest voorkomende type tumor van de perifere zenuwschede. Vaak is de zwelling asymptomatisch, maar aanraking kan door patiënten als zeer hinderlijk worden ervaren. Daarom wordt in veel gevallen overgegaan tot chirurgische verwijdering. Door middel van een intracapsulaire resectie kan de laesie in zijn geheel worden verwijderd zonder verdere beschadiging van de zenuw. In dit artikel wordt deze techniek beschreven, alsook het klinisch beeld, de diagnostiek en differentiaaldiagnose van het schwannoom.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(6):242-8)

Lees verder

Decompressieve craniëctomie voor het maligne media-infarct: invloed van timing op functionele uitkomst

TNN - jaargang 121, nummer 5, oktober 2020

dr. T. Goedemans , dr. D. Verbaan , dr. B.A. Coert , dr. B. Kerklaan , dr. R. van den Berg , dr. J.M. Coutinho , dr. T. van Middelaar , dr. P.J. Nederkoorn , prof. dr. W.P. Vandertop , P. van den Munckhof

SAMENVATTING

Voor het al dan niet uitvoeren van een decompressieve craniëctomie (DC) bij patiënten met een maligne infarct van de a. cerebri media (‘middle cerebral artery’: MCA), dienen volgens de nationale en internationale richtlijnen de factoren leeftijd (≤60 jaar) en timing (≤48 uur vanaf infarcering) beslissend te zijn. De richtlijnen zijn weliswaar gebaseerd op gerandomiseerde studies, maar deze includeerden weinig tot geen patiënten die ná 48 uur DC ondergingen. In dit artikel wordt de relatie van timing en functionele uitkomst na DC (geclassificeerd als ‘slecht’ bij een ‘Glascow outcome scale’-score 1–3) onderzocht aan de hand van een patiëntcohort en systematisch literatuuronderzoek. Zowel uit het patiëntcohort (66 patiënten) als uit de meta-analyse (1.574 patiënten) bleek dat DC na 48 uur vanaf infarctdiagnose niet geassocieerd is met een hoger risico op een slechte uitkomst. In tegenspraak met de huidige richtlijnen adviseren wij daarom om bij patiënten met een maligne MCA-infarct met inklemmingsverschijnselen die na 48 uur optreden toch een DC te overwegen.

(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2020;121(5):207-12)

Lees verder