NEUROCHIRURGIE

Doelmatigheid van de behandeling van het cervicaal radiculair syndroom onder de loep

TNN - jaargang 114, nummer 1, maart 2013

dr. J.M.A. Kuijlen , R. Soer

Lees verder

Cervicaal radiculair syndroom: een algemene beschouwing op de hedendaagse behandeling

TNN - jaargang 114, nummer 1, maart 2013

C.L.A. Vleggeert-Lankamp , B. Kuijper

Samenvatting

De meest voorkomende oorzaak van het cervicaal radiculair syndroom is compressie van de spinale zenuw door een uitpuilende tussenwervelschijf of osteofytaire randwoekeringen. Bij het overgrote deel van de patiënten gaan de pijnklachten binnen enkele maanden spontaan over. Bij de conservatieve behandeling staan pijnbestrijding en leefregels op de voorgrond. Er zijn aanwijzingen dat een halfharde halskraag of fysiotherapie in de eerste weken van klachten kunnen leiden tot snellere pijnvermindering. Indien de klachten te invaliderend zijn voor de patiënt of als er motorische uitval of klachten van medullaire compressie bestaan, kan operatief ingrijpen aangewezen zijn. Voor de niveaubepaling geeft een MRI van de cervicale wervelkolom (CWK) in combinatie met het klachtenpatroon de beste resultaten. Chirurgische decompressie kan worden gedaan door middel van een anterieure discectomie waarbij al dan niet een wervelinterponaat wordt achtergelaten. Bij een meer lateraal gelegen hernia nuclei pulposi (HNP) kan een posterieure benadering door middel van een mediale facetectomie worden verricht ter decompressie van de aangedane spinale zenuw. Zowel de conservatieve als de operatieve behandeling kent een zeer hoog succespercentage. Het is echter onbekend of er predisponerende factoren zijn die het succes van een van beide behandelingen kunnen voorspellen of dat er een optimum voor chirurgische interventie met betrekking tot de klachtenduur bestaat.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:36-42)

Lees verder

Chirurgische behandelingsstrategie van meralgia paraesthetica

TNN - jaargang 113, nummer 4, augustus 2012

drs. A. Kloet , dr. G.C.W. de Ruiter , drs. J.A.L. Wurzer

Samenvatting

Meralgia paraesthetica is niet zeldzaam. Het is de meest voorkomende mononeuropathie van de onderste extremiteit. Het beloop is meestal gunstig, maar een deel van de patiënten houdt hinderlijke tintelingen of brandende gevoelens aan de buitenzijde van het bovenbeen. Voor deze groep is een chirurgische behandelingsstrategie voorhanden die bij vrijwel alle patiënten tot een bevredigend resultaat leidt. In dit artikel worden de verschillende chirurgische opties (neurolyse versus neurexerese van de nervus cutaneus femoralis lateralis) en het effect van deze behandelingen besproken.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:178-84)

Lees verder