NEUROLOGIE

De betekenis van oligoklonale banden in de liquor: van meten naar weten

TNN - jaargang 114, nummer 2, juni 2013

drs. M.M. Eysink Smeets , R.D. Oude Engberink , prof. dr. B.C. Jacobs , dr. S.F.T.M. de Bruijn

Samenvatting

Oligoklonale banden in de liquor worden vaak bepaald als onderdeel van de diagnostiek naar Multiple Sclerose. Oligoklonale banden zijn echter niet specifiek voor Multiple Sclerose, maar kunnen ook bij andere neurologische aandoeningen voorkomen. Oligoklonale banden zijn een kwalitatief kenmerk voor de aanwezigheid van immunoglobulinen. De gelijktijdige analyse van liquor en serum op oligoklonale banden kan resulteren in verschillende patronen. Verschillende bandpatronen passen bij verschillende soorten (neurologische) aandoeningen en kunnen behulpzaam zijn bij het stellen van de diagnose. In dit artikel wordt uitgelegd wat oligoklonale banden zijn, hoe ze bepaald worden en hoe de verschillende bandpatronen geïnterpreteerd moeten worden. Oligoklonale banden in de liquor worden gevonden bij demyeliniserende, inflammatoire en infectieuze ziekten van het centraal zenuwstelsel. De waarde van oligoklonale banden voor de kliniek wordt nader belicht.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:60-66)

Lees verder

Limb-shaking TIA’s

TNN - jaargang 114, nummer 1, maart 2013

S. Persoon , L.J. Kappelle , prof. dr. C.J.M. Klijn

Samenvatting

’Limb-shaking’ wordt omschreven als kortdurende, schokkerige, onwillekeurige bewegingen van een arm en/of been. Limb-shaking TIA’s duren meestal korter dan vijf minuten, gaan vaak gepaard met een parese en kunnen worden voorafgegaan door factoren waarvan wordt aangenomen dat deze de bloedtoevoer naar de hersenen bemoeilijken. Limb-shaking TIA’s komen vrijwel alleen voor bij patiënten met een ernstige stenose of occlusie in de arteria carotis interna (ACI). Patiënten met limb-shaking TIA’s en een ACI-occlusie hebben vaker een gestoorde cerebrovasculaire reactiviteit en hebben vaker leptomeningeale collateralen in vergelijking met patiënten met een ACI-occlusie zonder limb-shaking. Dit maakt een hemodynamische oorzaak van limb-shaking TIA’s zeer waarschijnlijk.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:5-10)

Lees verder

Incidentie, kans op overlijden en herstel na een intracerebrale bloeding. Een meta-analyse met de nadruk op leeftijd, geslacht, etniciteit en veranderingen in de tijd

TNN - jaargang 114, nummer 1, maart 2013

C.J.J. van Asch , M.J.A. Luitse , prof. dr. G.J.E. Rinkel , I. van der Tweel , prof. dr. A. Algra , prof. dr. C.J.M. Klijn

Samenvatting

Door toepassing van beeldvormende technieken van de hersenen is het sinds de vroege jaren tachtig van de vorige eeuw veel beter mogelijk om epidemiologisch onderzoek te doen naar het vóórkomen van intracerebrale bloedingen. Het doel van dit artikel is het onderzoeken van de incidentie, de kans op overlijden en het functionele herstel na een intracerebrale bloeding in relatie tot leeftijd, geslacht, etniciteit en veranderingen in de tijd sinds 1980. In PubMed en Embase werd met vooraf opgestelde selectiecriteria gezocht naar bevolkingsonderzoeken gepubliceerd tussen januari 1980 en november 2008. Incidentiedata werden samengevoegd in een zogenoemde ‘random-effects’ meta-analyse. Veranderingen in de kans op overlijden over de tijd werden onderzocht met een gewogen lineaire regressieanalyse. De geselecteerde 36 onderzoeken beschreven 44 tijdsperiodes (het middelste jaar van de onderzoeksperiode varieerde tussen 1983 en 2006), en 8.145 patiënten met een intracerebrale bloeding. De gemiddelde incidentie was 24,6 per 100.000 persoonsjaren (95%-betrouwbaarheidsinterval (BI) 19,7–30,7), bleef gelijk in de periode tussen 1980 en 2008, en was niet duidelijk lager bij vrouwen dan bij mannen (gemiddelde incidentieratio 0,85; 95%-BI 0,61–1,18). In vergelijking met de leeftijdsgroep tussen 45 en 54 jaar oud nam de incidentieratio toe van 0,10 (95%-BI 0,06–0,14) voor mensen jonger dan 45 jaar naar 9,6 (6,6–13,9) voor mensen ouder dan 85 jaar. De incidentie per 100.000 persoonsjaren was 24,2 (95%-BI 20,9–28,0) voor blanken; 22,9 (14,8–35,6) voor zwarten; 19,6 (15,7–24,5) voor latino’s en 51,8 (38,8–69,3) voor Aziaten. De mediane kans op overlijden was 40,4% na één maand (spreiding 13,1–61,0), nam niet af in de tijd en was lager in Japan (16,7%; 95%-BI 15,0–18,5) dan elders (42,3%, 40,9–43,6). In de zes studies die rapporteerden over functioneel herstel van overlevende patiënten, lag de kans op goed functioneel herstel van een intracerebrale bloeding tussen 12% en 39%. Concluderend neemt de incidentie van intracerebrale bloedingen toe met de leeftijd en is de kans op overlijden na een intracerebrale bloeding in Japan kleiner dan elders. De incidentie en de kans op overlijden zijn niet afgenomen tussen 1980 en 2006. Meer data over functioneel herstel na een intracerebrale bloeding zijn gewenst.
(Tijdschr Neurol Neurochir 2013;114:11-22)

Lees verder

De behandeling van chronische inflammatoire demyeliniserende polyradiculoneuropathie

TNN - jaargang 113, nummer 6, december 2012

drs. F. Eftimov , prof. dr. I.N. van Schaik

Samenvatting

Chronische inflammatoire demyeliniserende polyradiculoneuropathie (CIDP) is een zeldzame aandoening met een uitgebreide differentiaaldiagnose. Tweederde van de patiënten reageert goed op corticosteroïden of intraveneuze toediening van immunoglobuline. Een bewezen eerste keus is er niet. Het bereiken van remissie na een korte behandelduur moet het eerste doel zijn van de behandeling. De diagnose CIDP moet heroverwogen worden als er geen respons is op behandeling. In dit artikel geven we een overzicht van de recent herziene richtlijn van de ’European Federation of Neurological Societies / Peripheral Nerve Society’ en onze visie op de behandeling van CIDP, samengevat in een behandelstroomdiagram.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:237-44)

Lees verder

Acute neuropathie in het kader van het churg-strausssyndroom

TNN - jaargang 113, nummer 6, december 2012

dr. R. Van Looveren , dr. F. Debruyne

Samenvatting

Het churg-strausssyndroom is een zeldzame systeemvasculitis die zich frequent manifesteert als een vasculitisneuropathie. Dit artikel beschrijft de huidige kennis over de pathofysiologie en gaat dieper in op de kliniek, noodzakelijke diagnostische onderzoeken en de behandeling aangezien een vroegtijdige diagnose een groot verschil kan betekenen in de prognose van de patiënt.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:245-50)

Lees verder

Bilaterale vestibulopathie

TNN - jaargang 113, nummer 6, december 2012

dr. R.B. van Leeuwen , drs. E. van Wensen

Samenvatting

Bilaterale vestibulopathie berust op uitval van de labyrinten beiderzijds. Het syndroom wordt klinisch gekenmerkt door balansstoornissen en oscillopsie, voornamelijk bij beweging. Bij aanvullend onderzoek is er meestal een verminderde of afwezige calorische prikkeling beiderzijds. De etiologie voor bilaterale vestibulopathie is divers. Vestibulaire revalidatie is een belangrijke therapeutische optie bij deze aandoening.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:251-56)

Lees verder

Trigeminusneuralgie bij multipele sclerose: een overzicht van de behandelingsmogelijkheden

TNN - jaargang 113, nummer 5, oktober 2012

M.W.C.B. Sanders , V.E.C. Debets , drs. P.E.J. Hanssens , E.A.C.M. Sanders

Samenvatting

Trigeminusneuralgie komt voor bij 2% van de patiënten met multipele sclerose en wordt veelal toegeschreven aan een laesie in de pons dichtbij de nucleus trigeminus of de intredeplaats van de trigeminuswortel. Tevens zijn er aanwijzingen dat in een substantieel deel van deze patiënten ook neurovasculaire compressie van het proximale deel van de nervus trigeminus kan worden aangetoond. Aangezichtspijn bij multipele sclerosepatiënten komt vaak terug na een initieel succesvolle behandeling. Verscheidene behandelingsopties zijn in het verleden onderzocht, waaronder a) medicamenteuze behandeling, b) operatieve behandeling bestaande uit microvasculaire decompressie en verschillende percutane ablatieve technieken en c) radiochirurgie met Gamma Knife, lineaire versneller of Cyberknife. Patiënten met trigeminusneuralgie-multipele sclerose worden in eerste instantie farmacologisch behandeld. Wanneer onvoldoende pijncontrole bereikt wordt of teveel bijwerkingen ontstaan, is een invasieve therapievorm geïndiceerd. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige behandelingsmogelijkheden van trigeminusneuralgie bij multipele sclerose.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:194-200)

Lees verder