NEUROLOGIE

De behandeling van chronische inflammatoire demyeliniserende polyradiculoneuropathie

TNN - jaargang 113, nummer 6, december 2012

drs. F. Eftimov , prof. dr. I.N. van Schaik

Samenvatting

Chronische inflammatoire demyeliniserende polyradiculoneuropathie (CIDP) is een zeldzame aandoening met een uitgebreide differentiaaldiagnose. Tweederde van de patiënten reageert goed op corticosteroïden of intraveneuze toediening van immunoglobuline. Een bewezen eerste keus is er niet. Het bereiken van remissie na een korte behandelduur moet het eerste doel zijn van de behandeling. De diagnose CIDP moet heroverwogen worden als er geen respons is op behandeling. In dit artikel geven we een overzicht van de recent herziene richtlijn van de ’European Federation of Neurological Societies / Peripheral Nerve Society’ en onze visie op de behandeling van CIDP, samengevat in een behandelstroomdiagram.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:237-44)

Lees verder

Acute neuropathie in het kader van het churg-strausssyndroom

TNN - jaargang 113, nummer 6, december 2012

dr. R. Van Looveren , dr. F. Debruyne

Samenvatting

Het churg-strausssyndroom is een zeldzame systeemvasculitis die zich frequent manifesteert als een vasculitisneuropathie. Dit artikel beschrijft de huidige kennis over de pathofysiologie en gaat dieper in op de kliniek, noodzakelijke diagnostische onderzoeken en de behandeling aangezien een vroegtijdige diagnose een groot verschil kan betekenen in de prognose van de patiënt.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:245-50)

Lees verder

Bilaterale vestibulopathie

TNN - jaargang 113, nummer 6, december 2012

dr. R.B. van Leeuwen , drs. E. van Wensen

Samenvatting

Bilaterale vestibulopathie berust op uitval van de labyrinten beiderzijds. Het syndroom wordt klinisch gekenmerkt door balansstoornissen en oscillopsie, voornamelijk bij beweging. Bij aanvullend onderzoek is er meestal een verminderde of afwezige calorische prikkeling beiderzijds. De etiologie voor bilaterale vestibulopathie is divers. Vestibulaire revalidatie is een belangrijke therapeutische optie bij deze aandoening.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:251-56)

Lees verder

Trigeminusneuralgie bij multipele sclerose: een overzicht van de behandelingsmogelijkheden

TNN - jaargang 113, nummer 5, oktober 2012

M.W.C.B. Sanders , V.E.C. Debets , drs. P.E.J. Hanssens , E.A.C.M. Sanders

Samenvatting

Trigeminusneuralgie komt voor bij 2% van de patiënten met multipele sclerose en wordt veelal toegeschreven aan een laesie in de pons dichtbij de nucleus trigeminus of de intredeplaats van de trigeminuswortel. Tevens zijn er aanwijzingen dat in een substantieel deel van deze patiënten ook neurovasculaire compressie van het proximale deel van de nervus trigeminus kan worden aangetoond. Aangezichtspijn bij multipele sclerosepatiënten komt vaak terug na een initieel succesvolle behandeling. Verscheidene behandelingsopties zijn in het verleden onderzocht, waaronder a) medicamenteuze behandeling, b) operatieve behandeling bestaande uit microvasculaire decompressie en verschillende percutane ablatieve technieken en c) radiochirurgie met Gamma Knife, lineaire versneller of Cyberknife. Patiënten met trigeminusneuralgie-multipele sclerose worden in eerste instantie farmacologisch behandeld. Wanneer onvoldoende pijncontrole bereikt wordt of teveel bijwerkingen ontstaan, is een invasieve therapievorm geïndiceerd. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige behandelingsmogelijkheden van trigeminusneuralgie bij multipele sclerose.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:194-200)

Lees verder

Amyotrofische laterale sclerose en mimics: symptomen en diagnostische overwegingen

TNN - jaargang 113, nummer 5, oktober 2012

dr. S. Piepers , dr. J.H. Veldink , prof. dr. L.H. van den Berg

Samenvatting

Motorneuronaandoeningen zijn een spectrum van syndromen met een grote variatie in klinische kenmerken en ziektebeloop. Amyotrofische laterale sclerose is een van de ernstigste en meest invaliderende aandoeningen van het centraal en perifeer zenuwstelsel. Er is geen curatieve behandeling mogelijk en de behandeling is symptomatisch. De oorzaak van sporadische amyotrofische laterale sclerose is waarschijnlijk multifactorieel bepaald waarbij genetische en omgevingsfactoren een rol spelen. Amyotrofische laterale sclerose leidt tot progressieve zwakte en atrofie, dysartrie, slikstoornissen en uiteindelijk overlijden door betrokkenheid van de ademhalingsspieren. Vooral in de beginfase kunnen de symptomen minder herkenbaar zijn, wat het stellen van de diagnose bemoeilijkt. Dit artikel geeft een overzicht van het klinische beeld en overwegingen in de differentiaaldiagnose, inclusief de zogenoemde mimics.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:201-11)

Lees verder

Differentiaaldiagnose van witte stofafwijkingen bij volwassenen: een systematische op MRI gebaseerde benadering. ‘ABC van witte stofafwijkingen’

TNN - jaargang 113, nummer 4, augustus 2012

dr. I.W.M. van Uden , dr. A.G.W. van Norden , dr. F.J.A. Meijer , dr. E.J. van Dijk , dr. F-E de Leeuw

Samenvatting

Witte stofafwijkingen worden gezien op magnetic resonance imaging (MRI) in verschillende stadia van diagnostische processen, als een toevalsbevinding of als een nevenbevinding in screeningsprogramma’s. MR-beeldvorming is zeer sensitief voor veranderingen in de cerebrale witte stof, maar niet erg specifiek voor de onderliggende ziekte. De differentiaaldiagnose van ziektebeelden met witte stofafwijkingen in de radiologische presentatie bij volwassenen telt vele verschillende ziektebeelden. Hoewel een goede neurologische anamnese en onderzoek vaak al leiden tot een beperkte differentiaaldiagnose is het niet in alle gevallen zo dat de differentiaaldiagnose substantieel wordt ingeperkt door de aanvullende MRI-scan. Deze differentiaaldiagnose kan wel substantieel versmald worden door een gestructureerde en gestandaardiseerde radiologische aanpak. De hierna resterende ziektebeelden kunnen dan verder worden gedifferentieerd door gericht aanvullend onderzoek en klinische kenmerken. De meeste leerboeken beschrijven witte stofafwijkingen en hun patronen gebaseerd op een bekende ziekte, dus op de tegenovergestelde manier van klinisch redeneren. Wij stellen een ‘ABC’ van witte stofafwijkingen voor. Een benadering van witte stofafwijkingen op basis van de Afwijkingen, de betrokken Breinregio’s en bijkomende aanwijzingen, ‘Clues’ (zowel radiologisch als klinisch) die resulteren in een gerichte differentiaaldiagnose. Deze kan vervolgens verder worden uitgewerkt door beperkt aanvullend onderzoek.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:148-67)

Lees verder

Hiv-1 infectie en cognitieve stoornissen

TNN - jaargang 113, nummer 4, augustus 2012

drs. J. Schouten , drs. C.L. Gorter de Vries , drs. B. Jaeger , P. Reiss , P. Portegies

Samenvatting

Sinds de introductie van combinatie-antiretrovirale therapie (cART) is het aidsdementiecomplex oftewel ‘HIV-associated dementia’ zoals de ziekte nu wordt genoemd, min of meer verdwenen uit de klinische praktijk. In de afgelopen jaren wordt er echter in toenemende mate melding gemaakt van subtiele cognitieve klachten bij hiv-geïnfecteerden, inclusief bij diegenen met een goed onderdrukte systemische infectie. Patiënten klagen over geheugenen concentratiestoornissen en over problemen met complexe handelingen en het uitvoeren van meerdere handelingen tegelijk. Neuropsychologische studies hebben bevestigd dat cognitieve stoornissen voorkomen in een substantieel deel van de hiv-patiënten (15–50%). Onder hiv-patiënten was en is cognitieve dysfunctie een van de meest gevreesde complicaties van de hiv-infectie. Ook zouden cognitieve stoornissen de therapietrouw kunnen beïnvloeden en kunnen resulteren in een toegenomen kans op falen van de antiretrovirale behandeling. Het is dan ook te verwachten dat neurologen in toenemende mate weer bij hiv-patiënten met cognitieve klachten geconsulteerd zullen worden.
(TIJDSCHR NEUROL NEUROCHIR 2012;113:169-77)

Lees verder